3H Formuleren H1-H3

• Nederlands
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 3

3H Formuleren H1-H3

Je gebruikt het verwijswoord 'hen' alleen als lijdend voorwerp.

1. De uitspraak is juist.
2. De uitspraak is onjuist.

Je gebruikt het verwijswoord 'hen' alleen als lijdend voorwerp.

1. De uitspraak is juist.
2. De uitspraak is onjuist.

Jos heeft een boek besteld en kan niet wachten tot hij bezorgd is.

Het verwijswoord 'hij' is hier

1. correct
2. foutief

Jos heeft een boek besteld en kan niet wachten tot hij bezorgd is.

Het verwijswoord 'hij' moet zijn

De demontranten blokkeerden de weg. De politie heeft [.........] van de weg gehaald.

1. hen
2. hun

Er is ook aangifte tegen [....] gedaan wegens [....] verzet tegen de ontruiming.

1. hen - hen
2. hen - hun
3. hun - hen
4. hun - hun

Binnenkort zal de politie [........] plan bekend maken voor de inzet van extra agenten bij voetbalwedstrijden.

Het team, [........] we moesten spelen zaterdag, is erg sterk.

1. tegen wie
2. waartegen

De spelers, [........] we moesten spelen zaterdag, is erg sterk.

1. tegen wie
2. waartegen

Het bestuur, [........] we in gesprek zijn, is net nieuw aangetreden.

1. met wie
2. waarmee

De bestuursleden, [........] we in gesprek zijn, zijn net nieuw aangetreden.

1. met wie
2. waarmee

Naar het-woorden verwijs je met

1. dit /dat
2. deze/ die

Dat is het liefste [.....] iemand ooit tegen me gezegd heeft.

1. dat
2. wat

Het kan niet kloppen, [....] ik een onvoldoende heb voor mijn toets.

1. dat
2. wat

Ik heb een onvoldoende voor mijn toets, [.....] niet kan kloppen.

1. dat
2. wat

Onze adviseurs staan voor u klaar: u kunt [.....] altijd bellen.

1. hen
2. hun
3. ze
4. zij

Het team heeft [...............]
tactiek gewijzigd.

Het meisje [..........]
ons hielp ken ik nog van vroeger.

In het voorstel [..............]
hij deed, stonden nog veel onduidelijkheden.

De voorstelling was een enorm succes, omdat [.......] zo goed georganiseerd was.

De voorstelling was een enorm succes, omdat [.......] zo goed georganiseerd was.

We hebben een nieuwe bank en de muur geverfd.

Deze samentrekking is

1. correct
2. foutief

We hebben een nieuwe bank en de muur geverfd.

Deze samentrekking is foutief op basis van

1. functie
2. betekenis
3. aantal
4. plaats

Jos heeft een boek besteld en kan niet wachten tot hij bezorgd is.

Deze samentrekking is

1. correct
2. foutief

In een hoofdzin kan er
tussen het onderwerp en de persoonsvorm
geen ander zinsdeel staan.

1. De uitspraak is juist.
2. De uitspraak is onjuist.

Het lokaal wordt opgeruimd en de boeken ook.

Deze zin is

1. correct
2. foutief

Het lokaal wordt opgeruimd en de boeken ook.

Deze zin is foutief op basis van

1. functie
2. betekenis
3. aantal
4. volgorde

De dame demonstreerde het product hier en de vakbond een paar straten verderop.

Deze zin is foutief op basis van

1. functie
2. betekenis
3. aantal
4. volgorde

Ik heb een onvoldoende voor mijn toets, wat niet kan kloppen.

1. Deze zin bevat twee hoofdzinnen.
2. Deze zin bevat een hoofdzin en een bijzin.

Een bijzin kan een zelfstandige zin zijn.

1. juist
2. onjuist

De tuinman plant altijd struiken. Terwijl ik juist zo van bloemen hou.

1. juist
2. onjuist

De tuinman plant altijd struiken, ik hou nu juist zo van bloemen.

1. juist
2. onjuist

De tuinman plant altijd struiken, maar ik hou nu juist zo van bloemen.

1. juist
2. onjuist

Ik beheers de stof al goed.

😒🙁😐🙂😃

Ik heb nog moeite met ....

1. Zinnen begrenzen
2. Samentrekkingen controleren
3. Verwijswoorden juist gebruiken
4. niets