17. bouwsteen 4b

PLANNING VAN DEZE LES
1.  Werkwoordspelling: de drie stappen 
StartUp: deadline 25 mei (Marije, Jessica, Jaimy-Lee en Justin)
2.  Overzicht Schrijfdossier 
3.  Tussentoets 
4.  Samenvatting
5.   Laatste half uur: bouwsteentoets 04*

LESDOELEN
- je weet wat een signaalwoord is;  je weet dat een signaalwoord voorafgaat door een komma;  je (her)kent de signalen

1 / 12
next
Slide 1: Slide
Nederlands LessonUpMBOStudiejaar 1

This lesson contains 12 slides, with text slides.

Items in this lesson

PLANNING VAN DEZE LES
1.  Werkwoordspelling: de drie stappen 
StartUp: deadline 25 mei (Marije, Jessica, Jaimy-Lee en Justin)
2.  Overzicht Schrijfdossier 
3.  Tussentoets 
4.  Samenvatting
5.   Laatste half uur: bouwsteentoets 04*

LESDOELEN
- je weet wat een signaalwoord is;  je weet dat een signaalwoord voorafgaat door een komma;  je (her)kent de signalen

Slide 1 - Slide

ONTHOUDEN
(stap 1) Je zet de zin in een andere tijd om de pv te vinden. 
(stap 2) Je zoekt het hele werkwoord, het infinitief, van de pv.
(stap 3) Je haalt -en van het hele werkwoord van de pv af. Nu heb je de stam van het werkwoord. 

Onthoud dat het Nederlands gebaseerd is op klanken
Knippen - de stam 'knipp' wordt de ik-vorm knip
Durven - de stam 'durv' wordt de ik-vorm durf
Begrenzen - de stam 'begrenz' wordt de ik-vorm begrens.
Lopen - de stam 'lop' wordt de ik-vorm loop.
Worden - de stam 'word' is hetzelfde als de ik-vorm: word.





Slide 2 - Slide

de regels van de tegenwoordige tijd
Alle werkwoorden zijn of sterk (middeleeuws) of zwak. Voor ALLE werkwoorden gelden de volgende regels in de tegenwoordige tijd: 

KIJKEN ► stam: kijk ►  ik-vorm: kijk.
Het onderwerp is 'ik'. ► Dan krijgt de pv de ik-vorm.
Ik kijk
Het onderwerp is enkelvoud, maar geen 'ik'. ► Dan krijgt de pv de ik-vorm + t
Jij kijkt ook. 
Het onderwerp staat in het meervoud ► dan krijgt de pv het hele werkwoord
Wij kijken allemaal. 

Slide 3 - Slide

En, of, dat, en de komma
  • Let op bij een zin met de woorden 'en', 'of', 'dat' en let ook op bij een komma. 
Het betekent dat de zin uit meer dan één zin bestaat. Een komma is een ademhalingspauze. 
- een signaalwoord heeft een komma (en een spatie) ervóór: 
'ik denk, dus ik besta'

  • Elke zin heeft een eigen persoonsvorm en een eigen onderwerp.
Zinnen met 'en', 'of', 'dat' en een komma bestaan dus uit meer dan één zin. Je moet dus vaker dan één keer werkwoordspelling toepassen op de persoonsvorm. 
'ik kwam, ik zag en ik overwon'

Slide 4 - Slide

2. OVERZICHT SCHRIJFDOSSIER
Deadline maandag 22 april 22:00 uur.

Lever alle opdrachten in, in één Word-bestand,  in CumLaude en onder de juiste benaming: Schrijfdossier 2023-2024 Voornaam Achternaam. 


Slide 5 - Slide

3. TUSSENTOETS: WAT WEET JE?

Open Taalblokken en maak de tussentoets (oud) van Bouwsteen 4 op 3F.

Je krijgt hier 10 minuten voor. 



timer
10:00

Slide 6 - Slide

4. SAMENVATTING
Heb je door dat je alle signaalwoorden uit één zo'n rijtje kunt gebruiken voor hetzelfde signaal? Het zijn synoniemen: ander woord; dezelfde betekenis. 

Toen... Daarna... Vervolgens... Ten slotte...

Maar... Echter... Daarentegen...Daar tegenover...


Op de volgende slide de vereisten die je moet maken in Taalblokken 2F en/of 3F, voor de toets van Bouwsteen 4. 

Slide 7 - Slide

BOUWSTEEN 4: TAALBLOKKEN
3F Voorbeeld & theorie, leesleer de theorie (pg 3) en maak alle opdrachten.
► Lezen en luisteren, maken: opgaven 1 t/m 9; opgaven 11 t/m 19.
Schrijven: opgaven 1 t/m 3. 

2F Lezen en luisteren, maken: opgaven 1 t/m 10; opgaven 24 t/m 27; 31 t/m 37.

Woordenschat bouwsteen 4. Maak opgaven van Woordenschat tot je de lastige woorden en hun betekenis kent. Je sluit af met de tussentoets (niet oud).
Bouwsteentoets het laatste half uur of als je alle vereisten afhebt. 

Slide 8 - Slide

EINDE VAN DE LES

Slide 9 - Slide

BOUWSTEEN 3: TAALBLOKKEN
3F Voorbeeld & theorie, leesleer de theorie (pg 3) en maak alle opdrachten.
► Lezen en luisteren, maken: opgaven 1 t/m 8; opgaven 13, 14; opgaven 16 t/m 18.

2F Voorbeeld & theorie, leesleer de theorie (pg 3) en maak alle opdrachten.
Lezen en luisteren, maken: opgaven 1 t/m 9; opgave 12; opgaven 23 t/m 27 en
opgaven 29 t/m 32. 

Woordenschat: bouwsteen 3 Inleiding, kern en slot
Tussentoets (niet oud)


Slide 10 - Slide

BOUWSTEEN 5: TAALBLOKKEN
3F Voorbeeld & theorie, leesleer de theorie (pg 3) en maak alle opdrachten.
► Lezen en luisteren, maken: opgaven 1 t/m 17; 28 en 29; 32 t/m 47.

2F Voorbeeld & theorie, leesleer de theorie (pg 3) en maak alle opdrachten.
Lezen en luisteren, maken: opgaven 1 t/m 14; opgaven 22 en 23; opgaven 25 en 26; opgaven 35 t/m 38; opgaven 40 en 41; opgaven 43 t/m 48. 

Woordenschat: bouwsteen 5 Hoofd- en bijzaken
Tussentoets (niet oud)

Slide 11 - Slide

BOUWSTEEN 6: TAALBLOKKEN
3F Voorbeeld & theorie, leesleer de theorie (pg 3) en maak alle opdrachten.
► Lezen en luisteren, maken: opgaven 1 t/m 17; 28 en 29; 32 t/m 47.

2F Voorbeeld & theorie, leesleer de theorie (pg 3) en maak alle opdrachten.
Lezen en luisteren, maken: opgaven 1 t/m 14; opgaven 22 en 23; opgaven 25 en 26; opgaven 35 t/m 38; opgaven 40 en 41; opgaven 43 t/m 48. 

Woordenschat: bouwsteen 6 Argumenteren
Tussentoets (niet oud)

Slide 12 - Slide