H6 Bewegen herhaling

• Natuurkunde
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 2

Bewegen

Stroboscopische foto

Een fietser wordt gefotografeerd met een stroboscoop lamp, zie afbeelding hieronder. De lamp flitste om de 0,4s. Beantwoord de onderstaande vragen.

Een fietser wordt gefotografeerd met een stroboscoop lamp, zie afbeelding hieronder. De lamp flitste om de 0,4s. Beantwoord de onderstaande vragen.

A.) Wat voor soort beweging is dit?

1. versnelde
2. eenparige
3. vertraagde
4. geen van de vorige

B.) Bij welk stukje (A, B of C ) is de snelheid van de fiets het grootst?

1. A
2. B
3. C
4. Alle drie even groot

C.) De totale afstand (Stot) is 715 cm. Bereken de totale afstand die de fiets heeft afgelegd in meters.

D.) Hoe lang duurt de hele beweging?

E.) Bereken de gemiddelde snelheid van de fiets.

F.) De afstand die de fiets aflegd in B is 225cm. Hoeveel meter is dit?

G.)Hoe lang duurt die beweging?

1. 0,2 s
2. 0,4 s
3. 0,8 s
4. 1,2 s

H.) Bereken de snelheid op stukje B.

1. 6,4 s
2. 6,4 m
3. 6,4 m/s
4. 6,4 km/h

I.) Stel de stroboscooplamp zou om de 0,15s flitsen, hoe vaak zou de fiets dan op de foto staan?

1. 4
2. 8
3. 6
4. 9

In figuur 4-1 is de afstand-tijd grafiek van de beweging van een auto gegeven.

Sleep de bewegingen naar de goede plek in de grafiek

Eenparig

Vertraagd

Versneld

A. Wanneer rijdt de auto met constante snelheid?

B. Hoe groot is de snelheid van de auto dan?

1. 20 m/s
2. 10 m/s
3. 15 m/s
4. 30 m/s

C. Welke afstand legt de auto tussen 3,0 en 7,0 s af?

D. De beweging tussen 3,0 en 7,0 s duurt 4,0 s. Deel de afstand uit c door de tijdsduur van 4,0 s. Wat valt je op?