Lezen voorbereiding TOA toetsen

Lezen lezen lezen.... begrijpend lezen?
1 / 17
next
Slide 1: Slide
Nederlands lezenISK

This lesson contains 17 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Lezen lezen lezen.... begrijpend lezen?

Slide 1 - Slide

Wat gaan we doen?
- Soorten teksten
- Kern woorden
- Vragen lezen en beantwoorden
- S.O.S.
- Oefenen!

Slide 2 - Slide

Soorten teksten
Bijvoorbeeld:

1. Informerende teksten
2. Beschrijvingsteksten
3. Verhalende teksten
4. Instructies en handleidingen

Slide 3 - Slide

Informerende tekst
Nadeel:
- Veel informatie en detail... je kan de kern makkelijk verliezen!
Voordeel:
- Duidelijke structuur, makkelijk iets opzoeken!

Let op: opsommingen 

Slide 4 - Slide

Beschrijvingstekst
Bijvoorbeeld een tekst waarin informatie wordt gegeven over personen, situaties of ander. Bijvoorbeeld: een brief

Nadeel: 
- Veel detail
Voordeel:
- Signaalwoorden/afbeelding

Slide 5 - Slide

Verhalende tekst
Vertellen een verhaal. Vaak met een begin/midden/eind.

Nadeel: 
- Veel detail/afleiding
Voordeel:
- Duidelijke structuur 

Slide 6 - Slide

Instructies
Stap voor stap iets uitleggen. Bijvoorbeeld een recept.

Nadeel: 
- Té snel lezen. Te snel gaan = fouten maken! Gebruik je tijd. 
Voordeel:
- Signaalwoorden! ´als´, ´eerst´, ´daarna´, voorwaarden

Slide 7 - Slide

Kernwoorden!
Belangrijkste woorden in de tekst of vraag. Je kan dit gebruiken om snel antwoorden te zoeken. 

Voorbeeld: tekst over "de werking van de maag" 
De vraag is: "Wat gebeurt er met het voedsel in de maag?"
Wat zijn dan de kernwoorden?


Slide 8 - Slide

Kernwoorden!
1. Lees de vraag goed. Wat is het belangrijkste in de vraag? Onderstreep dit.

2. ´scan´ de tekst. Zoek naar deze kernwoorden.

3. Lees nu één zin terug en één zin verder.

Slide 9 - Slide

Tekst: "De zon speelt een belangrijke rol in het leven op aarde. Planten gebruiken zonlicht om voedsel te maken via fotosynthese. Zonder zon zouden er geen planten groeien, wat ook zou betekenen dat er geen dieren zouden zijn die van deze planten eten."

Vraag: "Waarom is de zon belangrijk voor planten?"
Wat zijn de kernwoorden?
A
Dieren
B
Planten
C
Zon
D
Fotosynthese

Slide 10 - Quiz

Tekst: "Hoi Sophie. Hoe is het? Ik ben nogsteeds in Frankrijk, het is hier erg leuk want we doen veel activiteiten. We gaan morgen skiën en daarna naar de disco. Gister ging ik samen met Lars naar het café in de stad. Ik ben maandag weer terug. Doei!"

Vraag: "Waarom vindt ze het leuk in Frankrijk?"
Wat zijn de kernwoorden?
A
Frankrijk
B
Leuk
C
Skiën
D
Disco

Slide 11 - Quiz

Tekst: "Het toverbos zit vol magische beesten... van beren met vleugels tot mieren zo groot als mensen! Iedereen was bang voor het toverbos want niemand wist wat daar precies nou zat. Maar één jongen was niet bang. Hij was dapper! Hij ging zomaar het bos in!´

Vraag: "Wat kan je vinden in het toverbos?"
Wat zijn de kernwoorden?
A
Beren
B
Vinden
C
Skiën
D
Toverbos

Slide 12 - Quiz

Vragen lezen
Wat-vragen: wat is de belangrijkste reden? Wat gebeurde er toen?
Waarom-vragen: waarom is dit belangrijk? Waarom moet dat zo?
Hoe-vragen: Hoe werkt iets? 
Noem-vragen: Noem drie redenen waarom...... etc.

Welke vragen ken je nog meer?

Slide 13 - Slide

Vragen lezen
Vaak staat er aan het begin van de vraag een W-vraag (of hoe vraag). Dat woord zegt je wat je moet gaan zoeken.

Voorbeeldvraag: ´Waarom is gezond eten belangrijk?´

Je zoekt hier dus voor een reden.

Slide 14 - Slide

S.O.S.
Geen paniek!

Begrijp je een woord niet?
1. Kijk eerst naar de zin ervoor of erna. 2. Kijk dan of het lijkt op een woord dat je al wel weet.
3. Heeft het woord iets te maken met het onderwerp van de tekst?

Slide 15 - Slide

S.O.S.
´De aarde draait om de zon in een baan. Dit gebeurt in een elliptische vorm, wat betekent dat het pad een soort ovale cirkel is.´

Vraag:
Wat betekent ‘elliptisch’ in deze zin? Wat kun je doen om het te begrijpen?

Slide 16 - Slide

Oefenen!
Oefen met de tekst. Onderstreep de kernwoorden.

Denk goed na: welke tekst lees ik? welke informatie geven ze mij? wat vragen ze van mij? wat moet ik opzoeken?

Slide 17 - Slide