Les 2 - G-denken

G-denken
1 / 12
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

This lesson contains 12 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

G-denken

Slide 1 - Slide

Stap 1: Gebeurtenis
Wat gebeurde er? 
Zo concreet mogelijk:
  •     Wanneer?
  •     Met wie was je?
  •     Waar was je?

Slide 2 - Slide

Stap 1: Gebeurtenis
Wat gebeurde er? 
Zo concreet mogelijk:
  •     Wanneer?
  •     Met wie was je?
  •     Waar was je?

Slide 3 - Slide

Stap 3: Gevoel
Hoe voelde je je op dat moment?

Slide 4 - Slide

Stap 2: Gedachten
Welke gedachten had je erbij?


Slide 5 - Slide

gedachten kunnen positief of negatief zijn

Slide 6 - Slide

Stap 4: Bepaal bij iedere gedachte of het een helpenede of een niethelpende is
Je gaat je gedragen naar je gevoel en je gedachten.
Stap 4: Bepaal bij iedere gedachte of het een helpende of een niet-helpende gedachte is.
Je doet dat door bij elke gedachte twee vragen te stellen:
  1.  Is de gedachte waar of terecht? Verplaats jezelf maar in de stoel van de rechter...
  2. Helpt de gedachte mij mijn doel te bereiken?

Slide 7 - Slide

Vraag 1. Is de gedachte waar en terecht?
Gedachte: Zo'n gebeurtenis moet perfect zijn.
Rechter: Van wie moet dat? Waar staat dat? Simpel, dit is niet waar.

Gedachte: Als ik misluk, ga ik af in de ogen van mijn leerlingen die er ook zijn.
Rechter: Hebben ze dat allemaal tegen je gezegd of heb je het aan allemaal gevraagd? Geldt dat voor alle leerlingen? Het lijkt mij zeer onwaarschijnlijk. Uit deze gedachte kan ik dat niet opmaken.

Vraag 2: Helpt de gedachte mij mijn doel te bereiken?
Van bovenstaande gedachten is duidelijk dat ze jou niet gaan  helpen.

Slide 8 - Slide

Stap 5. vervang niet-helpende gedachten door helpende gedachten.

Om de niet-helpende gedachten om te zetten naar helpende gedachten wordt er een beroep gedaan op je creativiteit als aanstormend G-denker.

Slide 9 - Slide

Een paar voorbeelden!
Niet- helpende gedachten:
  1. Zo'n belangrijke gebeurtenis moet perfect zijn.
  2. Iedereen ziet dat ik zenuwachtig ben en ze vinden mij daarom stom.

Probeer bij deze twee niet helpende gedachten een helpende gedachte te bedenken.

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Link

Huiswerkopdracht
Werk een voorbeeld uit waarbij je niet-helpende gedachten bij een gebeurtenis omzet, naar helpende gedachten. 

Slide 12 - Slide