SOVA 5 les 2

Welkom
SOVA 5
les 2
1 / 18
next
Slide 1: Slide
sociale vaardigheidstrainingMBOStudiejaar 2

This lesson contains 18 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Welkom
SOVA 5
les 2

Slide 1 - Slide

Lesdoelen:
  • Je kunt de normale achteruitgang benoemen en kunt deze plaatsen bij de psychische- lichamelijke- en sociale achteruitgang
  • Je kunt verschillende typen ouderen beschrijven en de transfer maken naar de dokterspraktijk
  • Je kent de begrippen draaglast en draagkracht

Slide 2 - Slide

Levensfasen - Ouderdom
De ouderdom is de levensfase die begint bij 65 jaar en loopt tot aan de dood. Deze fase wordt onder meer gekenmerkt door stoppen met werken, meer vrije tijd en nieuwe taken binnen de familie. Een ander woord voor oudere is ‘bejaarde’ of ‘senior’. In deze periode is meestal sprake van lichamelijke en geestelijke achteruitgang, maar het verschil tussen ouderen is in dit opzicht groot. Sommigen zijn nog gezond en volledig zelfredzaam, terwijl anderen ziekten of klachten krijgen, niet meer goed voor zichzelf kunnen zorgen en medische hulp nodig hebben.

Slide 3 - Slide

Huiswerk bespreken
Zijn er nog vragen over de theorie?
Wie weet nog wat ouderdomsbeelden zijn?

Slide 4 - Slide

de achteruitgang bij ouderen is erg opvallend, welk termijn geheugen neemt het snelst af?
A
kortetermijngeheugen
B
langetermijngeheugen
C
neemt allebei even snel af

Slide 5 - Quiz

Lichamelijke achteruitgang
Slechter horen of zien. Moeilijker lopen. Minder uithoudingsvermogen. Veel mensen krijgen op oudere leeftijd te maken met lichamelijke klachten. Ouderdom komt met gebreken, wordt dan vaak gezegd. Meestal zijn deze klachten onschuldig of goed te behandelen. Maar soms komen er ook psychische problemen bij.

Slide 6 - Slide

Verband psychische en lichamelijke klachten
Psychische en lichamelijke klachten hangen nauw met elkaar samen. Veel zorgen maken over hartproblemen bijvoorbeeld, kan angst tot gevolg hebben. Als het door lichamelijke klachten moeilijker is om naar buiten of naar andere mensen toe te gaan, kan iemand daar eenzaam van worden. En zelfs depressief. Of als iemand te maken krijgt met een ernstige lichamelijke ziekte of overlijden van een dierbare.
Omgekeerd gebeurt ook. Zoals hoofdpijn hebben of misselijk zijn door nervositeit. Of een hoge bloeddruk door stress. Als iemand medicijnen slikt, dan kunnen lichamelijke klachten ook een bijwerking zijn.

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Video

sociale achteruitgang

Slide 9 - Mind map

Evenwicht tussen draagkracht en draaglast
  • Draagkracht is wat iemand aan spanning aankan.
  • Draaglast is de hoeveelheid spanning die iemand moet dragen.
  • Coping is het omgaan met problemen.

Als draagkracht en draaglast niet met elkaar in evenwicht zijn, dan spreken we van een evenwichtsverstoring.

Slide 10 - Slide

Casus A
Mevrouw Yilmaz heeft Reuma sinds haar 60ste jaar. Zij is nu 78 jaar. Haar knokkels zijn dik en gezwollen en haar vingers staan naar de reuma. Iedere morgen heeft zij pijn. Als zij op gang is gaat het wat makkelijker. Het duurt de laatste paar weken echter wel een uur voordat zij goed kan lopen. Ze heeft om 8.30 uur een afspraak bij de huisarts omdat zij de laatste tijd slechter is gaan zien. Ze komt met haar dochter naar de balie na het consult. Ze heeft oogdruppels gekregen, maar kan ze zelf niet indoen. De huisarts vraagt je aan haar dochter uit te leggen hoe zij de druppels moet toedienden. Tijdens deze instructie vraagt mevrouw Yilmaz in gebroken Nederlands, of zij de volgende keer later af mag spreken, want dan kan ze zich beter bewegen. Haar dochter zegt, dat dit niet kan, omdat ze dan niet mee kan vanwege haar werk. Zorg ook voor een afspraak, die past bij de situatie van mevr. Yilmaz.

Slide 11 - Slide

Hoe zou je casus A aanpakken stel dat jij de assistent bent?

Slide 12 - Open question

Wat is coping?
A
Draagkracht
B
Koffie
C
Draaglast
D
De manier hoe je met belastende omstandigheden omgaat

Slide 13 - Quiz

Jamila heeft een positief zelfbeeld.
Dit is een beschermende factor en bevordert de:
A
Draagkracht
B
Draaglast

Slide 14 - Quiz

Welke uitspraak klopt niet over draaglast?
A
draaglast is per individu verschillend
B
Een ziek kind kan de draaglast vergroten
C
Langdurige stress doorstaan uit zich vaak in meer draagkracht
D
en sterk sociaal netwerk kan bijdragen aan draagkracht

Slide 15 - Quiz

Mijn draagkracht en draaglast zijn:
A
in balans
B
niet in balans

Slide 16 - Quiz

Als de draagkracht groter is dan je draaglast, ben je niet meer in balans en kunnen er problemen ontstaan.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 17 - Quiz

Afspraken volgende week
Lezen reader hoofdstuk draagkracht en draaglast
uitwerken casus B studiewijzer bijeenkomst 2

Slide 18 - Slide