MCAWIS lj 2 dt 6 les 8

Vandaag
Inhoud berekenen van een prisma
Herhalen alle leerstof
Oefenen
Afsluiten
1 / 22
next
Slide 1: Slide
WiskundeMiddelbare schoolmavo, havoLeerjaar 2

This lesson contains 22 slides, with text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 70 min

Items in this lesson

Vandaag
Inhoud berekenen van een prisma
Herhalen alle leerstof
Oefenen
Afsluiten

Slide 1 - Slide

HAVO Inhoud prisma
Formule voor het berekenen van de inhoud van een prisma:
Oppervlakte grondvlak x hoogte


Het oppervlakte grondvlak kan bestaan uit verschillende vlakke figuren. Soms moet je het opsplitsen in meerdere vlakke figuren.

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Video

Inhoud berekenen prisma

Formule = opp. grondvlak x hoogte
                                          27,5 x 4 = 110 cm3

Grondvlak:
rechthoek + driehoek
lengte x breedte + lengte x breedte :2
5 x 3 + 5 x 5 : 2
15 + 12,5 = 27,5 cm2


Slide 4 - Slide

HERHALEN

Slide 5 - Slide

Lineair verband
Lineair verband:  gelijke toename of afname.
Formule: 
a = hellingsgetal
b = startgetal

Wanneer b = 0, dan gaat het lineaire verband door de oorsprong.
y=ax+b

Slide 6 - Slide

Lineair verband
Tabel:
Startgetal bij x = 0 (onder het getal 0).
Hellingsgetal: toename of afname onderin de tabel bij één stap.

Slide 7 - Slide

Lineair verband
Grafiek:
Hellingsgetal: toename of afname 
per stap  > verschil y : verschil x
Toename: positief getal
Afname: negatief getal

Startgetal: waarde op de y-as

Slide 8 - Slide

Kwadratisch verband
Kwadratisch verband: formules met een kwadraat bij de letter.
Formule: 
In de formule kan er een waarde voor de        staan en kunnen er andere getallen  voorkomen.

een positief getal voor          dan is het een dalparabool  
een negatief getal voor         dan is het een bergparabool
y=x2
x2
x2
x2

Slide 9 - Slide

Kwadratisch verband
Tabel:
In de tabel kun je zien dat antwoorden twee keer voor kunnen komen. 

Negatieve waarden voor x in de tabel, zet je in de formule tussen haakjes.

Slide 10 - Slide

Kwadratisch verband
Grafiek:
De vorm van de grafiek is een 
parabool.
Het hoogste en/of laagste punt 
noem je de top, die zit altijd
precies in het midden.

Slide 11 - Slide

Wortelverband
Wortelverband: hoort bij een formule met een             erin.
Formule: 
In de formule kunnen er andere waarden in de formule staan.

De streep van de wortel geeft aan wat er in zijn geheel onder de wortel hoort, je zet in je rekenmachine alles onder de wortelstreep tussen haakjes.
x
y=x

Slide 12 - Slide

Wortelverband
Tabel: 
In een tabel komen veel kommagetallen voor, omdat weinig waarden een gehele uitkomst geven.
Wanneer de uitkomst onder de wortelstreep 0 of negatief is, dan is er geen uitkomst.

Slide 13 - Slide

Wortelverband
Grafiek:
De waarden van de grafiek
komen op de y-as niet onder
de waarde 0.

Slide 14 - Slide

Uitleg: Periodiek verband
Periodiek verband: Een horizontale schommeling van de grafiek.
Formule: jullie hoeven geen formule te maken bij een periodiek verband.

Slide 15 - Slide

Periodiek verband
Tabel:
Bij dit verband wordt niet vaak een tabel gebruikt, wanneer dit wel gedaan wordt, dan valt op dat de antwoorden steeds herhalen en er een patroon is.

Slide 16 - Slide

Periodiek verband
Grafiek:
- Het midden van de grafiek noem 
je: Evenwichtsstand
- Hoe ver de grafiek omhoog en 
naar beneden gaat, noem je:
Amplitude
- Hoe lang één beweging duurt, noem je: Periode.

Slide 17 - Slide

Kwadratisch verband - HAVO - 
- Vorm van de grafiek is berg- of dalparabool.
- Hoogste punt of laagste punt noem je de top.
- Parabool is symmetrisch.
- De top is in het midden van de parabool.

Je moet de coördinaten van de top kunnen vinden:
in een tabel of in een grafiek.

Slide 18 - Slide

Doorsnede en ruimtefiguren
De doorsnede is het vlakke 
figuur die je krijgt als je een 
ruimtefiguur recht doorsnijdt.


Slide 19 - Slide

Diagonalen
Diagonaal (2D) is een lijnstuk dwars door een vlakfiguur die twee hoekpunten met elkaar verbindt. 

Lichaamsdiagonaal (3D) is een lijnstuk 
dat vanuit één hoekpunt dwars door de 
ruimtefiguur naar een ander hoekpunt 
loopt die niet in hetzelfde grensvlak ligt.

Slide 20 - Slide

Verlengde stelling van Pythagoras

Slide 21 - Slide

Oefenen

Slide 22 - Slide