Infinitief een heel werkwoord
niet de persoonsvorm
onafhankelijk van getal en tijd
Ik wil daar niet aan denken.
Wij willen daar niet aan denken
Hij stond op zijn tenen om te kunnen zien wat er gebeurt
Tegenwoordig/onvoltooid deelwoord Geeft aan hoe iets of iemand iets doet
Het is op dat moment nog bezig (onvoltooid)
De leerlingen kwamen lachend de klas binnen.