Examentraining Schrijven (B1)

Staatsexamen Schrijven Programma I
Ik kan vertellen hoe het Staatsexamen Schrijven Programma I eruitziet
Ik kan zinnen adequaat en grammaticaal correct aanvullen
1 / 19
next
Slide 1: Slide
NT2MBOStudiejaar 1-4

This lesson contains 19 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Staatsexamen Schrijven Programma I
Ik kan vertellen hoe het Staatsexamen Schrijven Programma I eruitziet
Ik kan zinnen adequaat en grammaticaal correct aanvullen

Slide 1 - Slide

Voorbereiden
Opdracht: Bespreek in duo's: Hoe lang duurt het examen Schrijven Programma I? Welke opdrachten moet je doen? Mag je wel of geen woordenboek gebruiken? Wat vind jij nog moeilijk bij schrijven?

Antwoorden:
  • 100 minuten
  • 8-10 zinnen schrijven
  • 2 korte teksten aanvullen
  • 2 korte teksten schrijven
  • Pocketwoordenboek Nederlands als tweede taal


timer
5:00

Slide 2 - Slide





Bij het aanvullen van zinnen word je beoordeeld op:
Inhoud: 1 punt
Grammatica: 1 punt

Slide 3 - Slide

Oefening 1: Bijzin of hoofdzin met inversie?
Opdracht: Bespreek in duo's:

- Zie je een hoofdzin of is het een bijzin? Hoe zie je dat? 
- Wat voor zin moet jij schrijven? Een hoofdzin met inversie of een bijzin? 

  1. Terwijl ik naar school loop, ___
  2. De docent is vandaag afwezig, waardoor ___
  3. Ik maak volgende week examens in Zwolle. Ik hoop dat ___
  4. Er is een storing bij de NS. Daardoor ___
  5. Hoewel het gisteren hard regende, ___
timer
5:00

Slide 4 - Slide

Oefening 2: Zinnen beoordelen
Opdracht: Bespreek in duo's hoeveel punten de cursist volgens jullie krijgt voor deze zinnen: 0, 1 of 2 punten? 

  1. Terwijl ik naar school loop, ik denk aan veel dingen.
  2. De docent is vandaag afwezig, waardoor ze ziek is. 
  3. Ik maak volgende week examens in Zwolle. Ik hoop dat ik ga het examen halen.
  4. Er is een storing bij de NS. Daardoor kan ik niet naar school komen. 
  5. Hoewel het gisteren hard regende, we gingen op de fiets naar school.

Klaar? 
Verbeter dan samen de zinnen die nog niet goed zijn. 

timer
10:00

Slide 5 - Slide

Antwoorden
  • 1p. Terwijl ik naar school loop, ik denk aan veel dingen.
  • 0p. De docent is vandaag afwezig, waardoor ze ziek is.
  • 1p. Ik maak volgende week examens in Zwolle. Ik hoop dat ik ga het examen halen.
  • 2p. Er is een storing bij de NS. Daardoor kan ik niet naar school komen.
  • 1p. Hoewel het gisteren hard regende, we gingen op de fiets naar school.

Slide 6 - Slide

Oefening 3: Bijzin of hoofdzin met inversie?
Opdracht: Probeer nu de zinnen samen op de goede manier aan te vullen. Bedenk een andere zin dan de voorbeeldzinnen.

  1. Terwijl ik naar school loop, ___
  2. De docent is vandaag afwezig, waardoor ___
  3. Ik maak volgende week examens in Zwolle. Ik hoop dat ___
  4. Er is een storing bij de NS. Daardoor ___
  5. Hoewel het gisteren hard regende, ___

Klaar? Bekijk dan de lijst met signaalwoorden op Google: Signaalwoorden B1
Welke zijn nieuw voor je? Schrijf ze in je schrift.
timer
15:00

Slide 7 - Slide


Pauze

Slide 8 - Slide

Oefening 3: Zinnen aanvullen
Opdracht: Vul bij oefening 1 t/m 8 de zinnen aan.

Let op de functie van het voegwoord of signaalwoord in de zin.
Let ook op de woordvolgorde in de hoofdzin of bijzin. 

Klaar? Werk dan in je boek.
timer
25:00

Slide 9 - Slide

Bespreken
Opdracht: Bespreek samen jullie zinnen. Hoeveel punten geef je aan jouw medecursist? 0, 1 of 2 punten? Waarom? 

Je mag nog dingen veranderen. Lever de opdracht straks in bij de docent.



timer
10:00

Slide 10 - Slide


Zin 1: 

Slide 11 - Open question


Zin 2: 

Slide 12 - Open question


Zin 3: 

Slide 13 - Open question


Zin 4: 

Slide 14 - Open question


Zin 5: 

Slide 15 - Open question


Zin 6: 

Slide 16 - Open question


Zin 7: 

Slide 17 - Open question


Zin 8: 

Slide 18 - Open question

Ik vind Schrijven op B1:
makkelijk / niet moeilijk
niet moeilijk, maar ook niet makkelijk
een beetje moeilijk
erg moeilijk

Slide 19 - Poll