Oefenen voor toets H2 klas 1D

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo k, g
• Leerjaar 1

Oefenen voor toets H2

H2.3

feit en mening,
wat klopt?

1. een mening kun je niet bewijzen.
2. Bij een feit kan iedereen vaststellen dat het (altijd) klopt of iets echt gebeurd is.
3. Als iedereen dezelfde mening heeft is het een feit.
4. In de geschiedenis zijn geen feiten, omdat iedereen zijn eigen verhaal heeft.

Ik heb het bloedheet!
Is dit een feit of mening?

1. Mening
2. Feit

Wat is een zelfstandig naamwoord?

1. Naam van een ding.
2. Namen van dingen die er bestaan.
3. Naam van een mens, dier, ding of plant, of eigen namen.
4. Namen van dieren die overal leven.

Waar moet de komma?

1. Piet, hoe oud ben jij?
2. Piet hoe oud, ben jij?
3. Piet hoe, oud ben jij?
4. Hier hoeft geen komma

In welke zin staat de komma / staan de komma's op de juiste plek?

1. Ik ben te laat omdat, ik me verslapen heb.
2. Ik lust graag ijs, chocola, chips, en taart.
3. Als ik tennis, voetbalt mijn broertje.
4. Peter wil jij de afwas doen?

Wat is een synoniem?

1. bank - bank
2. oma - grootmoeder
3. voetbalschoen

Wat betekent het woord "meetellen"

1. met iemand samen tot 10 tellen
2. ergens aan mee doen
3. aftellen tot het nieuwe jaar
4. erbij horen, belangrijk zijn

Wat is de betekenis van:
attent

1. Met zorg en aandacht voor anderen
2. meestal
3. wat veel indruk maakt
4. wat je als eerste voorstelt of doet

Wat is geen synoniem:

1. Praten - spreken
2. fiets - trapper
3. vriend - maat
4. Boos - kwaad

Lees de zin en kies de goede betekenis van het vetgedrukte woord. Gebruik het stappenplan moeilijke woorden.

Als mijn broer geld nodig heeft, komt hij altijd bij mij aankloppen.

1. geld wegpakken
2. vragen om iets

Zelfstandige naamwoorden...

1. vertellen iets over iemand of iets
2. zijn mensen, dieren en dingen

Ontroeren betekent:

1. Alles zeggen wat je dwars zit.
2. Het gevoel raken met iets wat heel mooi of verdrietig is.
3. Erbij horen, belangrijk zijn.

Is 'kochten' een werkwoord of geen werkwoord?

1. werkwoord
2. geen werkwoord

Is 'boven' een werkwoord of geen werkwoord?

1. werkwoord
2. geen werkwoord

Wat zijn zelfstandige naamwoorden?

1. de, het , een
2. slimme, mooie, rode
3. fiets, boek, volleybal
4. lopen, werken, denken

Wat zijn geen synoniemen?

1. rap - snel
2. traag - langzaam
3. geluk - ongeluk
4. lamp - lichtbron

Lidwoorden en zelfstandig naamwoorden.

Wat is een lidwoord?

1. Wat iemand kan
2. de, het, een
3. namen en mensen
4. Wie of wat

Er zijn 3 lidwoorden: de, het, een.
Een lidwoord hoort altijd bij een zelfstandig naamwoord.

1. waar
2. niet waar

zelfstandig naamwoord?

1. Jan
2. in
3. de
4. mooie

Wat is een werkwoord?
Een werkwoord geeft aan:

1. mens, dier of ding
2. wat iets/iemand doet of wat iets/iemand kan overkomen
3. wanneer, hoe of waar iets gebeurt
4. dat iemand iets maakt

Wat zijn synoniemen?
Of wat doet een synoniem?

1. Zelfde woord, maar betekent iets anders
2. Als je niet het letterlijke woord gebruikt maar 'bij wijze van spreken'
3. Een ander woord met zelfde of soortgelijke betekenis
4. Het tegenovergestelde van een woord

Wat betekent volmaakt?

1. verbaasd en in de war
2. perfect, foutloos
3. meestal, in de meeste gevallen
4. geen zorgen meer hebben

Persoonsvorm tegenwoordige tijd:
Hij ......(zwaaien) naar haar.

1. zwaai
2. zwaait
3. zwaaide
4. gezwaaid

Wat is GEEN zelfstandig naamwoord?

1. roepen
2. kleding
3. schaal
4. kerstkaart

De lidwoorden 'de' en 'het' zijn ... lidwoorden.

1. bepaalde
2. onbepaalde

Wat is uitdagen

1. verbaasd zijn
2. iets doen of zeggen om een reactie uit te lokken
3. iets doen wat niet mag
4. iemand boos maken

Wat zijn zelfstandig naamwoorden?

1. de, het, een
2. rood, groen, geel
3. fiets, koe, paard

Wat is GEEN zelfstandig naamwoord?

1. olifant
2. schoen
3. onder
4. worst

Wat is de juiste spelling?

1. abbonee
2. abonnee

De vrouw bleef ..... achter toen ze de hoofdprijs had gewonnen.

1. spectaculair
2. agressief
3. volmaakt
4. verbijsterd

Kies het werkwoord of de werkwoorden.

1. fietsen
2. huis
3. koning

Persoonsvorm tegenwoordige tijd

1. hij zwaait
2. hij zwaaid

Ze kennen elkaar al jaren;
ze hebben een ....

1. hechte band
2. initiatief
3. uitkomst
4. ontwikkeling

Wat is de persoonsvormen (tegenwoordige tijd) van beleven ?

Ik . . .

1. beleeft
2. beleev
3. beleef
4. beleefd

Persoonsvorm tegenwoordige tijd

1. Hij onthoud
2. Hij onthoudt

Nederlandse jongeren kunnen goed praten met hun ouders.
Ze ..... goed.

1. accepteren
2. ontroeren
3. communiceren
4. uitdagen

Is 'zijn' een werkwoord of geen werkwoord?

1. werkwoord
2. geen werkwoord

Voor 'want' en 'omdat' zet je een komma.

1. waar
2. niet waar

Wat is de juiste schrijfwijze ?

1. acepteren
2. accepteren

Waar moet de komma?

1. Als jij een film uitzoekt maak, ik het eten klaar.
2. Als jij een film uitzoekt maak ik het eten klaar.
3. Als jij een film uitzoekt, maak ik het eten klaar.
4. Als jij een film, uitzoekt maak ik het eten klaar.

Wat is de juiste schrijfwijze ?

1. colectie
2. coollectie
3. collecti
4. collectie

Wat is de juiste schrijfwijze ?

1. effectief
2. effektief
3. efectief
4. effectiev

Wat is de juiste schrijfwijze ?

1. interressant
2. interesand
3. interessant
4. interesant

Wat is de juiste schrijfwijze ?

1. onmidellijk
2. onmiddellijk
3. onmiddeleik
4. onmiddelijk

Wat is de juiste schrijfwijze ?

1. portemonnee
2. portemonee
3. portemoonne
4. portemonne

Wat is de juiste schrijfwijze ?

1. lidteken
2. litteken
3. littekken
4. litteeken

Wat is de juiste schrijfwijze ?

1. verassing
2. veraszing
3. verrassing
4. verrasing

agressief

1. erg lief
2. gewelddadig
3. boer
4. verliefd

resultaat

1. dramatisch
2. akelig
3. uitkomst
4. vervelend persoon

Persoonsvorm tegenwoordige tijd

1. hij bediend
2. hij bedient
3. hij bediende
4. hij bediente

Persoonsvorm tegenwoordige tijd

1. het brand
2. het brandt
3. het brande
4. het brandde