This lesson contains 21 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 45 min
Items in this lesson
4H - Stoomcursus Leesvaardigheid
Les 11 van 12
Slide 1 - Slide
Globale planning per week
Slide 2 - Slide
6 Alinea's en tekstverbanden
Slide 3 - Slide
Leerdoelen § 6
Ik weet wat het belang is van het onderverdelen van grote stukken informatie in kortere delen.
Ik kan aangeven hoe alinea’s met elkaar in verband staan en verbindings- en functiewoorden uitleggen.
Ik kan uitleggen wat het effect is van een alinea-indeling op de begrijpelijkheid van een tekst of uiting.
Ik kan een passende alinea-indeling maken voor een tekst en een goede alinea schrijven.
Slide 4 - Slide
Terugblik vorige les
Jullie vragen...
Slide 5 - Slide
Bespreken hw
Zorg dat de antwoorden op vraag 9 t/m 14 (van p. 48) in je schrift staan!
Begin alvast met je samenvatting van de theorie voor de toetsweek
Is dit gelukt?
Slide 6 - Slide
9) Welke tekstsoorten leren jonge kinderen vanuit spreektaal te structureren?
A
geen een, dit kan pas als ze een jaar of tien zijn
B
constructies met 'en toen en toen'
C
verhaal en vertelling
D
sprookjes en dierenverhalen
Slide 7 - Quiz
10) a) welke structureringswijze gebruiken jonge kinderen? b) onder welke hoofdstructuur valt deze?
A
verklaringsstructuur, valt onder oorzaak/gevolg
B
aspectenstructuur, valt onder beschrijving
C
jonge kinderen zijn nog niet in staat om structuur aan te brengen
D
chronologische structuur, valt onder ordening
Slide 8 - Quiz
vraag 11 t/m 14
Slide 9 - Slide
Theorie § 6 Alinea's en tekstverbanden
Slide 10 - Slide
Chunking
hersenen verwerken info het beste in kleine brokjes ('chunks')
deel daarom info op in kleine brokjes die bij elkaar horen
bijv. bij onthouden telefoonnummer: 0693539562
onthoud je beter als: 06 935 395 62
Slide 11 - Slide
Alinea's en tekstverbanden
Alinea's: zorgen voor behapbare brokken, de tekst wordt toegankelijker en beter te begrijpen; zet bij elkaar wat bij elkaar hoort
Signaalwoorden en structurerende zinnen: vertellen hoe de brokjes informatie in elkaar zitten en samenhangen, bijv: 'Ik noem eerst de drie belangrijkste oorzaken en daarna twee gevolgen'. 'Ten eerste, ten tweede, ten derde'.
Ordening van grof naar fijn: hoofstukken, paragrafen, alinea's
Slide 12 - Slide
Alinea's
microstructuur (groter dan een zin, kleiner dan een paragraaf)
te herkennen aan: tekst op een nieuwe regel (evt. inspringen of witregel)
ordening van grof naar fijn: hoofdstukken, paragrafen, alinea's
opgesplitst als hij te lang wordt in twee (of meer) deelonderwerpen
ideale lengte: ca. 10 regels (beeldschermteksten: ca. 5 regels)
belangrijkste zin: kernzin (= 'hoofdgedachte', meestal: 1e, 2e of laatste zin alinea)
rest v.d. alinea: opgehangen aan kernzin
Slide 13 - Slide
Tekstverbanden & signaalwoorden
alinea's: in logische volgorde en met onderling verband
signaalwoorden verbinden alinea's, zinnen en woordgroepen
zonder signaalwoorden: tekst lastig te begrijpen
theoriepboekje p. 65: de 14 belangrijkste tekstverbanden + signaalwoorden die ze aangeven
tekstverbanden en de signaalwoorden die ze aangeven moet je tijdens de toets kunnen herkennen en benoemen in een tekst
Slide 14 - Slide
Functiewoord
functiewoord is iets anders dan een signaalwoord!
signaalwoorden staan altijd in de tekst, functiewoorden vaak niet
met functiewoord wordt de functie van een bepaald tekstdeel aangeduid, bijv: 'aanleiding', 'voorbeeld', 'afweging', 'oplossing', 'verklaring', etc. etc.
Slide 15 - Slide
Aan de slag: oefenboekje p. 50
Slide 16 - Slide
1) Wat maakt in een tekst deel uit van de a) macrostructuur en b) microstructuur?
A
a) hoofdstukken, paragrafen, alinea's
b) zinnen, woorden
B
a) hoofdstukken, paragrafen,
b) alinea's, zinnen, woorden
C
a)zinnen, woorden
b) hoofdstukken, paragrafen, alinea's
D
a) alinea's, zinnen, woorden
b) hoofdstukken, paragrafen,
Slide 17 - Quiz
Aan de slag!
Maak deopdrachten 2 en 3 in het oefenboekje op pagina 20 in je schrift.
Klaar? Ga verder met je samenvatting van het theorieboekje
timer
10:00
Slide 18 - Slide
Huiswerk
Zorg dat de antwoorden op vraag 2 en 3 (van p. 50) in je schrift staan!
Ga verder met je samenvatting van de theorie voor de toetsweek
Noteer de vragen die je in de les wilt stellen
Volgende les
Oefenen met een tekst
Slide 19 - Slide
Leerdoelen § 6
Ik weet wat het belang is van het onderverdelen van grote stukken informatie in kortere delen.
Ik kan aangeven hoe alinea’s met elkaar in verband staan en verbindings- en functiewoorden uitleggen.
Ik kan uitleggen wat het effect is van een alinea-indeling op de begrijpelijkheid van een tekst of uiting.
Ik kan een passende alinea-indeling maken voor een tekst en een goede alinea schrijven.
Slide 20 - Slide
In hoeverre heb jij het idee dat je deze leerstof hebt begrepen?