Bs1 - Transportsystemen

1 / 30
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

This lesson contains 30 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

REVIEW THEORIE
Transportsystemen bij planten

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

OEFENEN

Slide 9 - Slide

Houtvaten
Bastvaten
Anorganische sapstroom
Organische sapstroom
water en mineralen
water en suikers
opwaartse sapstroom
multidirectionele sapstroom
worteldruk
capillaire werking

Slide 10 - Drag question


A
Alleen de bastvaten
B
Alleen de houtvaten
C
Zowel de bastvaten als de houtvaten

Slide 11 - Quiz

Wat is juist?
A
B
C
A
A: Houtvaten B: Bastvaten C: Parenchym
B
A: Bastvaten B: Parenchym C: Houtvaten
C
A: Houtvaten B: Parenchym C: Bastvaten
D
A: Bastvaten B: Houtvaten C: Parenchym

Slide 12 - Quiz

welke proces of kracht hoort NIET bij de stijgende sapstroom door houtvaten
A
adhesie & cohesie
B
fotosynthese
C
verdamping
D
worteldruk

Slide 13 - Quiz

Leg uit waarom er in een plant zowel transport naar het blad toe als van het blad af moet plaatsvinden.

Slide 14 - Open question

Houtvaten liggen in jaarringen
A
Kruidachtige stengels
B
Houtachtige stengels
C
Zowel kruidachtige als houtachtige stengels
D
Houtvaten liggen nooit in jaarringen

Slide 15 - Quiz

Houtvaten noemen we ook wel...
A
Xyleem
B
Floeem

Slide 16 - Quiz


A
Bastvaten
B
Houtvaten

Slide 17 - Quiz

REVIEW THEORIE
Transportsystemen bij dieren

Slide 18 - Slide

Slide 19 - Slide

Slide 20 - Slide

Slide 21 - Slide

Slide 22 - Slide

OEFENEN

Slide 23 - Slide

open bloedsomloop
gesloten bloedsomloop

Slide 24 - Drag question

Sleep debijpassende bloedsomloop naar de juiste omschrijving. (je hoeft ze niet allemaal te gebruiken)
Het bloed stroomt alleen in bloedvaten. Een echt hart ontbreekt.
Het bloed stroomt door een hart met 1 boezem en 1 kamer
Enkelvoudige bloedsomloop
Gesloten bloedsomloop
Dubbele bloedsomloop
Open bloedsomloop

Slide 25 - Drag question

Zuurstofarm -
kleine bloedsomloop
Zuurstofrijk -
grote bloedsomloop
Zuurstofrijk -
kleine bloedsomloop
Zuurstofarm -
grote bloedsomloop

Slide 26 - Drag question

Waarom heet onze bloedsomloop een dubbele bloedsomloop?

Slide 27 - Open question

Welke functies hebben de bloedsomlopen?
Grote Bloedsomloop
Kleine bloedsomloop
Zuurstof afgeven aan cellen
Zuurstof opnemen in het bloed
koolstofdioxide afgeven aan de longen
koolstofdioxide opnemen in het bloed

Slide 28 - Drag question

Benoem een verschil tussen de bloedsomloop van een kikker en dat van een mens. Welke bloedsomloop is efficiënter?

Slide 29 - Open question

Noem een nadeel van een enkelvoudige bloedsomloop t.o.v. een dubbele bloedsomloop.

Slide 30 - Open question