CG A1 unidad 6_oef 1 t/m 6_lesweek 4_les 1

• spaans
• HBO
• Studiejaar 3

Buenos días ¿Qué tal las vacaciones?

El viaje a Sevilla

vandaag= deadline opgeven

iedereen die meegaat krijgt contract mee

¿Habéis hecho los ejercicios Unidad 5

¿Hay preguntas?

Mis mini-vacaciones en Granada

mis vacaciones en Granada

Mis mini-vacaciones en Granada

Tradicción: 

En Granada se ofrece siempre una tapa gratis con la bebida

Se impersonal - lijdende vorm

De lijdende vorm, in het Spaans se impersonal

wordt gevormd door ''se + persoonsvorm', in de 3e persoon enkelvoud                                     of                       meervoud

En Granada se habla andaluz (andalu).

In Granada spreekt men Andalusisch / wordt Andalusisch gesproken 

En Granada se ofrecen tapas gratis.

In Spanje biedt men gratis tapas aan / worden gratis tapas aangeboden.

Se impersonal - lijdende vorm

Als de persoonsvorm naar een zelfstandig naamwoord

verwijst, dan bepaalt dat zn of het werkwoord in enkelvoud of meervoud staat

En España se comen tapas.

In Spanje worden (er) tapas gegeten

Vaak zeggen we ook: men eet tapas.

repaso/herhaling 'la hora'

kloktijden - voorkennis

¿Qué hora es? ¿Tiene hora? ¿A qué hora..?

12.31 - 13.30 -> Es la....

=12 uur 's middags, tussendemiddag

R&S Unidad 5

Repasamos R&S Unidad 5

y worksheet "werkwoorden klinkerwissels"

comunicación - un poco de todo

en parejas

A1 spreekvaardigheid

Unidad 6 - Por la ciudad - esta semana

• een stad beschrijven
• toeristische informatie inwinnen
• naar de weg vragen
• plaatsaanduidingen 
• inlichtingen geven
• gebruik maken van openbaar vervoer

Unidad 6 - HOY TB 1 t/m 6 (parte I)

• een stad beschrijven
• toeristische informatie inwinnen
• plaatsaanduidingen 
• inlichtingen geven

Introducción

Nr. 1 TB p. 53

¿Qué ciudades de España conoces?

el patio de los leones Granada

24 horas en Sevilla

4 estudiantes leen partes del texto sobre Sevilla

atención a la pronunciación

1)  comer

2) escuchar

3) comprar

4) ver

5) descansar

a) uitrusten

b) kopen

c) eten

d) luisteren

e) zien/ kijken

Verbos

1-c

2-d

3-b

4-e

5-a

nr. 2a TB: Verbos 

Maak nr. 2bc TB: vocabulario

Maak nu 2a, b en c TB p. 54-55  

Voor 2c: vorm tweetallen 

Zorg ook dat je het plan in Spaans kunt presenteren en gebruik: 

primero, después/luego, al final

(volgorde aangeven)

Maak nu nr. 3a TB p.55

Zoek in de tekst zinnen met hay / está(n)

En Santa Cruz ________ muchos bares.

______ dos confiterías en la Calle Sierpes.

______ una vista fantástica. 

Triana __________ al lado del río.

La tumba de Colón _________ en la catedral.

¿Dónde ________ los cuadros de Goya? 

Maak nu nr. 3b TB p.55

Lees de tekst bij 3b en beantwoord de vraag:

¿Qué ciudad es?

3 verbos para "zijn"

ser - estar - haber (hay)

Spreek je Frans? Denk dan aan de "Il y a"

¿Hay o estar?

hay	er is, er zijn	Het onderwerp is onbepaald.
estar	zijn, zich bevinden	Het onderwerp is bepaald.
hay +	- onbep. lidwoord - geen lidwoord - getallen - onbep. hoeveelheid	¿Hay una farmacia por aquí? Is er een apotheek hier (in de buurt)? ¿Hay visitas guiadas? ¿En la calle hay dos farmacias. Hay muchos bares.
estar +	- bep. lidwoord - eigennamen - bez. vnmw. Het onderwerp is bepaald! Je weet over wie het gaat.	¿Dónde está la estación? Waar is/ligt/bevindt zich het station? Sevilla está en Andalucia. Sevilla ligt/bevindt zich in Andalusië.

vergelijk:

De moskee bevindt zich...

Waar bevindt zich de/het....?

La mezquita está en el centro

¿Dónde está la estación?

Er is een bar in het centrum

Waar is er een...?

Hay un bar en el centro / ¿Dónde hay un/una ..?

estar + bepaald lidwoord

hay + onbepaald lidwoord

werkblad extra ser-estar-hay

we werken nu 10 min aan het werkblad 

doel = automatiseren

a practicar

Vul de R&S 'estar' in van pagina 38 WB +

hay+está/están op p. 63, beschrijf je eigen stad/dorp

Maak nr. 2a WB (beschrijving van (een) stad

en 2b WB p. 55 + 

Klaar? Maak 3,8 en 10 in WB

Mi ciudad ...

Noteer 1 zin over jouw stad of dorp waarin je ser en estar gebruikt.

¿Qué hay en un centro
comercial?

Nr. 5a TB p. 56 - En un centro comercial

Kun je de plaatsen op de kaart identificeren?

-Waar is de apotheek?

Plaatsaanduidingen

Correos (= la oficina de Correos)

Nr. 6a TB

¿Verdadero o falso?

Maak ook 6 WB

¡ATENCIÓN!

A LA DERECHA DE LA TIENDA

PERO

AL LADO DEL ESTANCO (a + el = al, de + el = del)

Nr. 5b TB p.56

Fragmento 39

Fragmento 40

Fragmento 41

Fragmento 42

Fragmento 43

Welke plaatsbepalingen  

worden genoemd?  

Kruis ze aan! 

Nr. 4 TB p. 55

En la oficina de turismo

We bestuderen eerst p. 62 TB: "Informatie inwinnen"

Maak nu opdracht 4a TB 

Na afloop luva ter controle

Nr. 4 TB p. 55

En la oficina de turismo

1. un restaurante típico

2. un plano de la ciudad

3. una entrada para el concierto de flamenco

4.visitas guiadas en la catedral

5. autobús para Triana

6.comprar sellos

7.abre los lunes

8.las tiendas por la tarde

comunicación

en grupos

deel 2 stencil

los deberes

maak al zoveel mogelijk van de opdrachten in het werkboek 

van deel 1 van Unidad 6 

(1 t/m 15 WB)

Hasta mañana