§5.5 - Voedsel voor bacteriën en schimmels

Paragraaf 1 Dierenwelzijn
5.5 Voedsel voor bacteriën en schimmels
1 / 27
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

This lesson contains 27 slides, with interactive quiz and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Paragraaf 1 Dierenwelzijn
5.5 Voedsel voor bacteriën en schimmels

Slide 1 - Slide

Doel 5.5
Je leert de nuttige werking van bacteriën en gisten bij de bereiding van voedsel

Slide 2 - Slide

Lees nu eerst §5.5
Al gedaan? Ga dan verder met de opdrachten
timer
10:00

Slide 3 - Slide

Klassieke biotechnologie
Met behulp van micro-organismen (bacteriën en gisten) voedsel maken/ langer houdbaar maken.

Fermenteren: een proces waarbij bacteriën, schimmels en gisten gebruikt worden om een voedingsmiddel te maken zonder zuurstof

Slide 4 - Slide

Yoghurt maken
In melk zit lactose (melksuiker).
Lactose is een .... sacharide (zoek op in BINAS 67F1, 2, 3)

Melkzuurbacteriën zetten lactose om in glucose en vervolgens 
glucose in (2) melkzuur + (2) ATP (hier is geen zuurstof voor nodig!)
C6H12O6 → 2C3H6O3 +2 ATP


Slide 5 - Slide

Yoghurt maken
De pH wordt daardoor lager (het wordt zuurder) waardoor het langer houdbaar wordt.

Ook kunnen lactoseintolerante mensen er beter tegen.

Zuurkool wordt op dezelfde manier gemaakt.

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Alcohol maken
Met behulp van gisten (eencellige schimmels) kun je alcohol maken van suiker.
Dit heet alcoholische gisting.
Gisten zetten glucose om in (2) alcohol + (2) CO2 + (2) ATP (hier is geen zuurstof voor nodig!)

C6H12O6 → 2C2H6O + 2 CO2 + 2 ATP

Slide 8 - Slide

Alcohol maken
Hiermee kun je wijn en bier maken.

Je gebruikt ook gist om brood te maken. Door de CO2 ontstaan belletjes en daarmee wordt het brood luchtig. De alcohol verdampt tijdens het bakken van het brood.


Slide 9 - Slide

Vraag 7
In een slechte zomer bevatten druiven domt te weinig glucose (waarom?). Wat is het gevolg voor het alcoholpercentage van de wijn?

Slide 10 - Slide

Vraag 8
Twee organismen verbruiken gedurende een bepaalde tijd evenveel glucose; het ene door alcoholische gisting en het andere door aerobe dissimilatie. 
Hoe verhouden de hoeveelheden vrijgekomen CO2 zich bij de aerobe dissimilatie en de alcoholische gisting?
3:1            6:1           1:3      of      1:6

Slide 11 - Slide

Doel 5.5
Je hebt de nuttige werking van bacteriën en gisten bij de bereiding van voedsel geleerd

Slide 12 - Slide

Begrippen 5.5
fermenteren, melkzuurbacteriën, micro-organismen, klassieke biotechnologie, alcohol, eencellige gisten, anaeroob, alcoholische gisting

Slide 13 - Slide

Welk onderdeel van hoofdstuk 5 is nog lastig of begrijp je niet/ onvoldoende?

Slide 14 - Open question

H6 voeding, vertering en gezondheid

Slide 15 - Slide

H6 voeding, vertering en gezondheid
6.1 gezonde voeding (CE)
6.2 verteringsstelsel (CE)
6.3 enzymen (CE)
6.4 transport door de darm, opname van stoffen (CE)
6.5 opslag en afbraak in de lever (CE)

BINAS 82 (voeding en spijsvertering)

Slide 16 - Slide

Doelen van deze les
- Je weet wat voor stoffen in je voedsel zitten
- Je weet welke functie die stoffen hebben om je gezond te houden
- Je kan uitleggen wat een gezonde levensstijl inhoudt
- Je kan uitleggen wat een gebreksziekte en een welvaartsziekte is

Slide 17 - Slide

Lees nu eerst §6.1
timer
10:00

Slide 18 - Slide

Alles wat je nodig hebt
Na geboorte: moedermelk (bouwstoffen)
Begin: gelig (veel eiwitten)
Daarna: wit (minder eiwit, meer vet en lactose)

Vetten en koolhydraten: bouwstoffen

Slide 19 - Slide

Slide 20 - Slide

Alles wat je nodig hebt
Pasgeboren kind: relatief groot lichaamsoppervlak (in vergelijking met inhoud) -> snelle afkoeling
Ouder worden: inhoud neemt sneller toe dan oppervlakte -> makkelijker warmte vasthouden

Moedermelk: beschermende stoffen + antistoffen

Slide 21 - Slide

Bacteriën die helpen
Bacteriën in de darmen: onmisbaar voor vertering (darmflora)
Uniek per persoon

Bacteriën via geboortekanaal, tepels en moedermelk

Slide 22 - Slide

Voeding en gezondheid
Kinderen die borstvoeding krijgen -> minder snelle gewichtstoename dan flesvoeding

gezonde voeding = 
afgestemd op groei, herstel en inspanning (alle voedingsstoffen in de juiste verhouding aanwezig)

Slide 23 - Slide

Voeding en ziekten
Welvaartsziekten:
Vetzucht, hart- en vaatziekten

Gebreksziekten:
tekort van bepaalde voedingsstof

IJzertekort: minder zuurstofvervoer -> sneller moe

Slide 24 - Slide

opdracht
Maak de invuloefening op de volgende dia (link volgen).

Slide 25 - Slide

Slide 26 - Link

aan de slag
  • herhalen hoofdstuk 5
  • lezen 6.1

  • bekijk de presentatie in de volgende link https://biologiepagina.nl/Flashfiles/Ispring/voedingsstoffenbb.htm
  • afmaken hd 5 en 6.1


Slide 27 - Slide