H2 herhalen grammatica

H2 herhalen grammatica
Programma deze periode:
herkansing grammatica (28/30 jan.)
Debatteren (13 feb.)
Boek lezen / fictieopdracht
Taal en poëzie (toetsweek)
1 / 17
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

This lesson contains 17 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

H2 herhalen grammatica
Programma deze periode:
herkansing grammatica (28/30 jan.)
Debatteren (13 feb.)
Boek lezen / fictieopdracht
Taal en poëzie (toetsweek)

Slide 1 - Slide

SO grammatica

- Ga zitten in groepjes van vier (indeling staat vast)
- maak in tweetallen een antwoordenblad voor vraag 3
- Eerder klaar: noteer ook de antwoorden van vraag 4
- Groepje klaar? Maak of kies een antwoordenblad aan de hand van jullie antwoorden. Bespreek goed wat de juiste antwoorden zijn!

Slide 2 - Slide

Voorbereiden op SO
Hh2D
GRAMMATICA
ZINSDELEN
timer
10:00

Slide 3 - Slide

In deze les gaan we:
  • De SO bekijken aan de hand van het antwoordenblad
  • Zinnen bespreken
  • Oefenen in LessonUp
  • Vragen stellen
  • Afronden

Slide 4 - Slide

Maken: 
Wat kom je tegen?
Keuze:
Cursus 5, grammatica par. 3 en 5, online --> trainen
Meedoen met  uitleg. 

Zelf beginnen aan paragraaf 9 (in het online boek).
Cursus 7, paragraaf 9 (online boek).
timer
10:00

Slide 5 - Slide

Wat?
Doe klassikaal mee met het ontleden of oefen zelfstandig verder met de oefentoetsen in de online leeromgeving: cursus 5, par. 3 en 5
Hoe?
Klassikaal of zelfstandig (zonder overleggen)
Hulp
Steek je vinger op als je een vraag hebt.
Tijd
15 minuten. 
Klaar?
Oefen verder: https://www.cambiumned.nl/zinsdelen/

Oefenen
timer
20:00

Slide 6 - Slide

Werkwoordelijk of naamwoordelijk gezegde?

Zijn vader reist maandelijks naar het buitenland voor zijn werk.


A
werkwoordelijk gezegde
B
naamwoordelijk gezegde

Slide 7 - Quiz

Werkwoordelijk of naamwoordelijk gezegde?

Mijn opa en oma zijn vroeger slager geweest.
A
werkwoordelijk gezegde
B
naamwoordelijk gezegde

Slide 8 - Quiz

Werkwoordelijk of naamwoordelijk gezegde?

Mijn broer geeft les op een basisschool in Rotterdam.



A
werkwoordelijk gezegde
B
naamwoordelijk gezegde

Slide 9 - Quiz

Werkwoordelijk
Het werkwoordelijk gezegde bestaat uit alle werkwoorden in de zin. Ze zeggen wat het onderwerp (mens, dier of ding) doet of ondergaat. De persoonsvorm is altijd een onderdeel van het werkwoordelijk gezegde.
Als er meer werkwoorden in de zin staan, horen die er ook bij.
gezegde (wg)

Slide 10 - Slide

Werkwoordelijk
  • Bepaal welke woorden werkwoorden zijn.
  • Deze woorden vormen samen het werkwoordelijk gezegde.
  • Delen van een scheidbaar werkwoord horen ook bij het wg.

    De bezorger heeft het pakketje gisteravond afgeleverd.
gezegde (wg)

Slide 11 - Slide

Naamwoordelijk gezegde
Het werkwoordelijk gezegde (wg) zegt wat iemand of iets doet
Het naamwoordelijk gezegde (ng) zegt wat iemand of iets is of wordt. Dat is het verschil.
Let goed op: Het naamwoordelijk gezegde bestaat uit een werkwoordelijk deel en een [naamwoordelijk deel].
De voetbaltrainer is streng. ng = is [streng].

Slide 12 - Slide

Naamwoordelijk gezegde
Je vindt het naamwoordelijk gezegde in vier stappen:
1. Stel vast of er een koppelwerkwoord in de zin staat: zijn, worden, blijven, lijken, blijken, schijnen.
2. Stel vast of het onderwerp iets doet of iets is/wordt.
3. Wat + wg + onderwerp = naamwoordelijk deel.
4. Noteer het naamwoordelijk gezegde als volgt:
pv + [nw. deel] + overige werkwoorden.

Slide 13 - Slide

Voorbeeld
1. Het openbaar vervoer is voor studenten en ouderen ideaal.
ng = is [ideaal]
2. Ruben uit klas 4 schijnt een veelbelovende gamer te zijn.
ng = schijnt [een veelbelovende gamer] te zijn

Slide 14 - Slide

Noteer van onderstaande zin pv, ow, wg OF ng, lv, mv en bwb.

De finalisten van het Junior Songfestival zingen liedjes met een boodschap.

Slide 15 - Open question

Noteer van onderstaande zin pv, ow, wg OF ng, lv, mv en bwb.

Rode rozen zijn altijd een symbool van liefde geweest.

Slide 16 - Open question

Noteer van onderstaande zin pv, ow, wg OF ng, lv, mv en bwb.

Waar zal dit jaar het NK Schaatsen plaatsvinden?

Slide 17 - Open question