Ontdek de 21ste-eeuwse vaardigheden

Ontdek de 21ste-eeuwse vaardigheden

Leerdoel

Aan het einde van deze les kun je de 21ste-eeuwse vaardigheden benoemen en uitleggen wat ze inhouden.

Vertel de leerlingen wat ze aan het einde van de les zullen weten.

Wat weet jij al over 21ste-eeuwse vaardigheden?

Wat zijn 21ste-eeuwse vaardigheden?

Het zijn vaardigheden die belangrijk zijn om te kunnen functioneren in de maatschappij van de 21e eeuw. Ze gaan over samenwerken, creativiteit, kritisch denken en probleemoplossend vermogen.

Leg de definitie uit en benadruk waarom deze vaardigheden belangrijk zijn.

Samenwerken

Het vermogen om effectief samen te werken met anderen om een gemeenschappelijk doel te bereiken.

Leg uit wat samenwerken inhoudt en geef voorbeelden.

Creativiteit

Het vermogen om nieuwe en originele ideeën te bedenken en deze op een innovatieve manier toe te passen.

Leg uit wat creativiteit inhoudt en geef voorbeelden.

Kritisch denken

Het vermogen om informatie te analyseren en te evalueren om tot een weloverwogen beslissing te komen.

Leg uit wat kritisch denken inhoudt en geef voorbeelden.

Probleemoplossend vermogen

Het vermogen om problemen te identificeren en op te lossen op een effectieve manier.

Leg uit wat probleemoplossend vermogen inhoudt en geef voorbeelden.

Informatievaardigheden

Het vermogen om informatie te vinden, te evalueren en te gebruiken op een effectieve manier.

Leg uit wat informatievaardigheden zijn en geef voorbeelden.

ICT-vaardigheden

Het vermogen om digitale technologieën te gebruiken om informatie te vinden, te creëren en te delen.

Leg uit wat ICT-vaardigheden zijn en geef voorbeelden.

Culturele vaardigheden

Het vermogen om effectief te communiceren en samen te werken met mensen uit verschillende culturen.

Leg uit wat culturele vaardigheden zijn en geef voorbeelden.

Financiële vaardigheden

Het vermogen om financiële informatie te begrijpen en te beheren om financiële doelen te bereiken.

Leg uit wat financiële vaardigheden zijn en geef voorbeelden.

Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.

Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.

De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.

Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.