Les 6 pv tt en tv ververvolg



4 november 2021
1 / 18
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 1,2

This lesson contains 18 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson



4 november 2021

Slide 1 - Slide

Programma
1. Lezen 
2. Uitleg 
3. Nabespreken 
4. Aan de slag 

Slide 2 - Slide

Persoonsvorm in de :
tt = tegenwoordige tijd
vt = verleden tijd

Slide 3 - Slide

Als je een persoonsvorm goed wilt schrijven, moet je weten wat de ik-vorm van het werkwoord is. 
De ik-vorm is het woord dat in de 
tegenwoordige tijd achter ‘ik’ komt te staan. 
Bijvoorbeeld: hele werkwoord: slapen → ik slaap → de ik-vorm van slapen is slaap.

Slide 4 - Slide

PV in de verleden tijd
De leraar draaide zich om. 


Slide 5 - Slide

PV in de verleden tijd
De leraar draaide zich om. 

Staat de zin in enkelvoud of meervoud?



Slide 6 - Slide

PV in de verleden tijd
De leraar draaide zich om. 

Staat de zin in enkelvoud of meervoud?
Enkelvoud



Slide 7 - Slide

PV in de verleden tijd
De leraar draaide zich om. 

Staat de zin in enkelvoud of meervoud?
Enkelvoud: ik-vorm + de



Slide 8 - Slide

PV in de verleden tijd
De leraar draaide zich om. 

Staat de zin in enkelvoud of meervoud?
Enkelvoud: ik-vorm + de
Draai + de = draaide 



Slide 9 - Slide

PV in de verleden tijd
De leraren ... (draaien) zich om. 

Staat de zin in enkelvoud of meervoud? 
Meervoud: ik-vorm + den 







Slide 10 - Slide

PV in de verleden tijd
De leraren ... (draaien) zich om. 

Staat de zin in enkelvoud of meervoud? 
Meervoud: ik-vorm + den 
Draai + den = draaiden









Slide 11 - Slide

PV in de verleden tijd
De leraren ... (draaien) zich om. 

Staat de zin in enkelvoud of meervoud? 
Meervoud: ik-vorm + den 
Draai + den = draaiden

De leraren draaiden zich om. 








Slide 12 - Slide

PV in de verleden tijd
Ik ... (praten) gisteren met mijn opa en oma. 

Slide 13 - Slide

PV in de verleden tijd
Ik ... (praten) gisteren met mijn opa en oma. 
Enkelvoud: ik-vorm + te

Slide 14 - Slide

PV in de verleden tijd
Ik ... (praten) gisteren met mijn opa en oma. 
Enkelvoud: ik-vorm + te
Ik praatte gisteren met mijn opa en oma. 

Slide 15 - Slide

PV in de verleden tijd
Ik ... (praten) gisteren met mijn opa en oma. 
Enkelvoud: ik-vorm + te
Ik praatte gisteren met mijn opa en oma. 

Mijn opa en oma ... (praten) gisteren met mij. 

Slide 16 - Slide

PV in de verleden tijd
Ik ... (praten) gisteren met mijn opa en oma. 
Enkelvoud: ik-vorm + te
Ik praatte gisteren met mijn opa en oma. 

Mijn opa en oma ... (praten) gisteren met mij. 
Meervoud: ik-vorm + ten

Slide 17 - Slide

PV in de verleden tijd
Ik ... (praten) gisteren met mijn opa en oma. 
Enkelvoud: ik-vorm + te
Ik praatte gisteren met mijn opa en oma. 

Mijn opa en oma ... (praten) gisteren met mij. 
Meervoud: ik-vorm + ten
Mijn opa en oma praatten gisteren met mij. 

Slide 18 - Slide