H.5 Woordenschat - Uitdrukkingen en spreekwoorden

Woordenschat H5
1 / 11
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

This lesson contains 11 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Woordenschat H5

Slide 1 - Slide

Lesdoelen
Aan het einde van de les:

- Weet je het verschil tussen een spreekwoord en een uitdrukking
- Kun je spreekwoorden en uitdrukkingen herkennen, begrijpen en gebruiken

Slide 2 - Slide

Maak een zin waarin 'brood' letterlijk is gebruikt.

Slide 3 - Open question

Maak een zin waarin 'brood' figuurlijk is gebruikt.

Slide 4 - Open question

Uitdrukking
Uitdrukking: woordcombinatie met een vaste betekenis -->
kun je een beetje aanpassen/veranderen

  • Of het proefwerk doorgaat, hangt aan een zijden draadje.
  • Tot na de toetsweek hing de overgang van Mike aan een zijden draadje.

Slide 5 - Slide

Spreekwoord
Spreekwoord: wijsheid/opvatting in een zin --> 
kun je niet veranderen (vaste formulering)

  • De pot verwijt de ketel dat hij zwart ziet.
  • Wie zijn billen brandt, moet op de blaren zitten.

Slide 6 - Slide

Boontje komt om zijn loontje.
A
Spreekwoord
B
Uitdrukking

Slide 7 - Quiz

Oost west, thuis best.
A
Spreekwoord
B
Uitdrukking

Slide 8 - Quiz

Dat kan echt niet door de beugel.
A
Spreekwoord
B
Uitdrukking

Slide 9 - Quiz

Mijn vriend heeft gisteren weer eens de beest uitgehangen.
A
Spreekwoord
B
Uitdrukking

Slide 10 - Quiz

Aan de slag!
H.5 Woordenschat - Uitdrukkingen en spreekwoorden

Opdracht 1 t/m 4

Slide 11 - Slide