herhaling H3 3b4

herhaling H3 3b4
1 / 18
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 3

This lesson contains 18 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

herhaling H3 3b4

Slide 1 - Slide

Wat gaan we doen?
lezen
herhaling pw
tijd voor gedichtopdracht

Slide 2 - Slide

lezen 3.3
amuseren
gedicht, mop, verhaal
informeren
nieuwsbericht, handleiding
activeren
reclame
overtuigen
column, recensie

Slide 3 - Slide

tekstverbanden en signaalwoorden
opsomming
ook, verder, ten eerste
tegenstelling
maar, daarentegen, toch
conclusie
dus, kortom
voorbeeld
bijvoorbeeld,zoals
reden/argument
daarom, omdat, want

Slide 4 - Slide

Ik vind verschillende frisdranken erg lekker, zoals cola en cassis.
Wat is het tekstverband?
A
voorbeeld
B
conclusie
C
opsomming
D
reden

Slide 5 - Quiz

Ik ben op tijd, maar hij is te laat.

Wat is het tekstverband?
A
voorbeeld
B
conclusie
C
opsomming
D
tegenstelling

Slide 6 - Quiz

Ik koop de rok bij die winkel, want dat is goedkoper.
Wat is het tekstverband?
A
voorbeeld
B
reden
C
conclusie
D
opsomming

Slide 7 - Quiz

standpunt en hoofdgedachte
standpunt -> wat vindt de schrijver van het onderwerp?

Hoofdgedachte -> wat is het belangrijkste dat de schrijver wil vertellen over het onderwerp?

Slide 8 - Slide

Woordsoorten
lidwoorden -> de, het, een
Werkwoorden -> dingen die je kan doen
Zelfstandige naamwoorden -> mensen, dieren, dingen, namen
Bijv. naamwoorden -> geeft een eigenschap (rode, kleine)
Voorzetsel -> kastwoorden 

Slide 9 - Slide

Ik heb een gele auto gekocht.
Wat is gele?
A
bijvoeglijk naamwoord
B
zelfstandig naamwoord
C
werkwoord
D
voorzetsel

Slide 10 - Quiz

Ik heb het naast de kast gelegd.
Wat is naast?
A
bijvoeglijk naamwoord
B
zelfstandig naamwoord
C
werkwoord
D
voorzetsel

Slide 11 - Quiz

Ik heb Iris een cadeau gegeven.
Wat is Iris?
A
bijvoeglijk naamwoord
B
zelfstandig naamwoord
C
werkwoord
D
voorzetsel

Slide 12 - Quiz

meervoud
baby -> baby's 
calorie -> calorieën
kat -> katten
laars -> laarzen

Slide 13 - Slide

samenstellingen
tussen-n
fietsenhok, kersentaart
geen tussen-n
zonnebloem, tafelpoot
tussen-s
onderzoeksrapport
damessjaal
streepje
a4-papier, vmbo-leerling

Slide 14 - Slide

werkwoordspelling tt
ik -> ik-vorm
jij -> ik-vorm + t
Hij -> ik-vorm + t
wij -> hele werkwoord

Voltooid deelwoord eindigt op -t of -d? 't kofschip

Slide 15 - Slide

Ik heb die kast (optillen) .........
A
getilt
B
opgetilt
C
getild
D
opgetild

Slide 16 - Quiz

Ik (vinden)..... dat een mooie kleur.
A
vind
B
vindt
C
vindde
D
vint

Slide 17 - Quiz

Wat is er (gebeuren)......?
A
gebeurt
B
gebeurd
C
gebeuren
D
gebeurdt

Slide 18 - Quiz