Klas 3 gymn Freitag, den 28. Januar 2022

Freitag, den 28. Januar 2022
  • Willkommen
  • Nachsehen Hausaufgaben
  • Ziele dieser Unterrichtsstunde
  • Hören
  • Grammatik: vervoegen werkwoorden o.t.t. en o.v.t.
  • Leesboekje -> Gezamelijk lezen vanaf bladzijde 23
  • Lesen
  • Grammatik: Wederkerend vnw.
  • Hausaufgaben
  • Zum Schluss
1 / 15
next
Slide 1: Slide
DuitsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

This lesson contains 15 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Freitag, den 28. Januar 2022
  • Willkommen
  • Nachsehen Hausaufgaben
  • Ziele dieser Unterrichtsstunde
  • Hören
  • Grammatik: vervoegen werkwoorden o.t.t. en o.v.t.
  • Leesboekje -> Gezamelijk lezen vanaf bladzijde 23
  • Lesen
  • Grammatik: Wederkerend vnw.
  • Hausaufgaben
  • Zum Schluss

Slide 1 - Slide

Nachsehen Hausaufgaben:
Aufgabe 4.4 Seiten 110-111 + W8 Seite 156
Lezen boekje voor boektoets t/m Seite 22 (Kapitel 1 t/m 3)

Slide 2 - Slide

Ziele Unterichtsstunde
  • Je kunt tijdens het luisteren vragen beantwoorden.
  • Je weet hoe werkwoorden in de o.v.t. worden vervoegd. 
  • Je weet hoe de Modalverben en het werkwoord möchten in de o.t.t. en in de o.v.t. worden vervoegd. 

Slide 3 - Slide

Hören:    
Aufgabe 4.1 Hörcomic        Seite 108
Textbuch Seite 38
  • Maken 4.1 A
  • Lezen 4.1 B
-> daarna gezamenlijk luisteropdracht 14.1C
timer
1:00

Slide 4 - Slide

Vervoegen van werkwoorden verleden tijd
  • 1e stap -> stam
  • uitgang bij zwakke werkwoorden + Modalverben -> wat valt je op?
  • Waar moet je om denken bij werkwoorden met stam op d/t
  • Welke werkwoorden horen bij werkwoorden met stam op d/t? (5 werkwoorden)
  • Verschil o.t.t. <-> o.v.t.

Slide 5 - Slide

Leesboekje
Leesboektoets voor de voorjaarsvakantie:
  • Multiple choice vragen.
  • Open vragen.
  • Eventueel aanvulling met andere onderdelen.

Gezamenlijk lezen vanaf bladzijde 23 -> Kapitel 4

Slide 6 - Slide

Lesen
Aufgabe 7.1   Seite 116  + TB Seite 40
Aufgabe 10.1  Seite 121   + TB Seite 41

Slide 7 - Slide

Grammatik: Wederkerend vnw.
Stencils

  1. Bestudeer de stencils.
  2. Wat zijn de aandachtspunten? Wat moet je onthouden?
  3. Aandachtspunten op het bord schrijven.
timer
1:00

Slide 8 - Slide

Hausaufgaben:
Lernen:      Wörterliste A Seite 50 Textbuch
Lernen:      Grammatik vervoegen verleden tijd (1t/m2) 
                       Seiten 48-49 Textbuch (+ stencils)

Machen:
  • Lesen ab Seite 24 ((Aber da bekam Bennie....) bis einschließlich Seite 37

Slide 9 - Slide

Zum Schluss

Slide 10 - Slide

Wörterliste B
TB Seite 51

Slide 11 - Slide

Betekenis Modalverben:

dürfen = mogen, toestemming hebben

können = kunnen, in staat zijn tot

mögen = houden van, lusten, aardig vinden
müssen = moeten/noodzaak -> het kan niet anders
Betekenis Modalverben:

sollen = moeten/bevel, wil van een ander

wollen = willen

wissen = weten

möchten = zou graag willen
(möchten andere vorm van mögen)

Slide 12 - Slide

Vervoegen van de Duitse Modalverben:
De Duitse Modalverben verschillen in de tegenwoordige tijd in twee belangrijke opzichten van de gebruikelijke vervoeging van Duitse werkwoorden:
  1. de enkelvoudige personen (ich, du, er, sie, es) hebben een klinkerwisseling ten opzichte van het meervoud. Bv. 'ich kann' en 'wir können'.
  2. de 1ste (ich) en 3de persoon enkelvoud (er, sie, es) hebben géén uitgang. Bv. 'ich darf' én 'er darf' (dus niet 'darft!').

Slide 13 - Slide

Uitzonderingen bij wissen en sollen
sollen -> geen klinkerwisseling bij: ich, du, er, sie, es, man

wissen -> bij ich, du, er, sie, es, man -> ss wordt β

Slide 14 - Slide

Möchten
Stam eindigt op een t!!
Ezelsbruggetje: eindigt de stam op een d/t begint de uitgang altijd met een e. Deze regel geldt ook voor möchten, maar.....

Uitzondering op uitgang:
bij er/sie/es/man → niet et    → e    als uitgang
er/sie/es/man möcht                   (er/sie/es/man antwortet)

Slide 15 - Slide