Oefentoets Woordenschat en Taalverzorging H1+2 zelfnakijken

Oefentoets zelf na te kijken
Hoofdletters en leestekens
De-het woorden / die en deze / dit en dat
Korte en lange klanken
synoniemen
woordbetekenissen
1 / 17
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 1

This lesson contains 17 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Oefentoets zelf na te kijken
Hoofdletters en leestekens
De-het woorden / die en deze / dit en dat
Korte en lange klanken
synoniemen
woordbetekenissen

Slide 1 - Slide

Lees goed de vraag voor je antwoord geeft.
Succes! 

Slide 2 - Slide

Typ de zin over gebruik hoofdletters en leestekens:

in nederland hebben we frans op school

Slide 3 - Open question

Typ de zin over gebruik hoofdletters en leestekens:

wie weet waar de noordzee ligt?

Slide 4 - Open question

welke is juist?
In ... is het koud.
A
November
B
november

Slide 5 - Quiz

Kies:
Op tafel staat de zout die/dat in een glazen potje zit.
A
die
B
dat

Slide 6 - Quiz

Gaan je vriendinnen ook graag naar .... film?
A
die
B
dat

Slide 7 - Quiz

Wat is een synoniem?

Slide 8 - Open question

Geef een synoniem voor vriend

Slide 9 - Open question

Wanneer gebruik je GEEN hoofdletter?
A
namen
B
plaatsen
C
merken
D
dagen

Slide 10 - Quiz

Schrijf de woorden met een korte klank op:
kort / rest / slaap / boom/ bom

Slide 11 - Open question

z...n
A
a
B
aa
C
o
D
oo

Slide 12 - Quiz

meervoud van bril
A
brilen
B
brillen
C
briillen
D
brielen

Slide 13 - Quiz

kus / k...
A
kussen
B
kusen
C
kuussen
D
kuusen

Slide 14 - Quiz

woordbetekenis: Na het optreden kregen de violist een bos bloemen. Het boeket was enorm.
Typ de betekenis van boeket:

Slide 15 - Open question

woordbetekenis:
Ken je die auteur? Hij schrijft veel boeken.
typ je betekenis van auteur:

Slide 16 - Open question

Weet je nog wanneer je een hoofdletter gebruikt? Kijk nog even goed na in het boek.

Slide 17 - Mind map