Fitheid meten Lo2 - les 2

Lo2 - Meten fitheid & gezondheid 2
1 / 19
next
Slide 1: Slide
Lichamelijke opvoedingMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

This lesson contains 19 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

Items in this lesson

Lo2 - Meten fitheid & gezondheid 2

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Slide 2 - Video

This item has no instructions

Wat zijn grondmotorische eigenschappen?
Tips: denk aan CLUSK
A
Coördinatie, Lenigheid, Uithoudingsvermogen, Snelheid en Kracht
B
Alles wat je op de grond doet
C
Alles wat je in de sportschool traint
D
Conditie, Lenigheid, Uithoudingsvermogen, Snelheid en Kracht

Slide 3 - Quiz

This item has no instructions

Energiesystemen

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Wat betekend BMI
A
Bewegen, motorisch en inactief
B
Dat heeft te maken met fietsen en stunten
C
Body Mass Index

Slide 6 - Quiz

This item has no instructions

BMI= Body mass Index 
BMI is een formule om de hoeveelheid lichaamsvet te meten. 
BMI = gewicht : lengte * lengte  ->Het gewicht is in KG en lengte in m 





BMI uitrekenen is geschikt voor kinderen en volwassenen van 2 t/m 70 jaar.

Slide 7 - Slide

Je zou voor jezelf je BMI kunnen uitreken om te kijken of je op een gezond gewicht zit. 
Hartslag
Wat zegt je hartslag over je conditie?

Slide 8 - Open question

This item has no instructions

Gezondheid 
Gezondheid = toestand van optimaal welzijn in geestelijk, lichamelijk en maatschappelijk opzicht 

1. Eten 
2. Drinken
3. Slapen 
4. Bewegen 

 

Slide 9 - Slide

Je zou voor jezelf je BMI kunnen uitreken om te kijken of je op een gezond gewicht zit. 
1. ETEN
Uit welke grondstoffen is voedsel opgebouwd?
A
Vetten, koolhydraten, eiwitten, vitamines en water
B
Vetten, koolhydraten, eiwitten, vitamines en mineralen
C
Vetten, koolhydraten, eiwitten, vitamines, mineralen en water
D
Vetten, koolhydraten en eiwitten

Slide 10 - Quiz

This item has no instructions

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Calorieën
Een calorie is een maat voor de hoeveelheid energie. Om precies te zijn: het is de hoeveelheid energie die nodig is om 1 gram water met 1 graad Celsius te verwarmen. 
 De hoeveelheid energie van voedingsmiddelen wordt meestal weergegeven in kilocalorieën.

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Hoe lang denk je dat je zou moeten wandelen (normaal tempo 6km/u) om alle calorieën van een 'big mac' (510 kcal) weer te verbranden?
A
40 minuten
B
60 minuten
C
80 minuten
D
100 minuten

Slide 13 - Quiz

This item has no instructions

Hoe lang denk je dat je zou moeten wandelen (normaal tempo 6km/u) om alle calorieën van een 'banaan' (105 kcal) weer te verbranden?
A
10 minuten
B
20 minuten
C
30 minuten
D
40 minuten

Slide 14 - Quiz

This item has no instructions

2. DRINKEN
Een volwassen persoon bestaat uit hoeveel % uit water?
A
50 %
B
60%
C
70%
D
80%

Slide 15 - Quiz

This item has no instructions

Water (H2O)
Water is goed voor je organen zoals hart, nieren, darmen en lever. Het zorgt ervoor dat voedingsstoffen naar de juiste plek worden vervoerd en afvalstoffen worden afgevoerd. 
Als je 2% van je lichaamsgewicht aan vocht verliest, kunnen je sportprestaties al met 25% afnemen. Wanneer je vocht tekort hebt in je lichaam zal je klachten zoals: hoofdpijn, vermoeidheid en verminderde concentratie krijgen. 
                  Het is het allerbelangrijkste om genoeg te drinken: Hoeveel?

Slide 16 - Slide

This item has no instructions

3. Slapen
Uit hoeveel uur slaap bestaat een 'goede nachtrust'?
A
6
B
7
C
8
D
9

Slide 17 - Quiz

This item has no instructions

4. Bewegen
Wat is de Norm Gezond bewegen voor jongen 4-17 jaar
A
Elke dag 10.000 stappen zetten
B
Elke dag 1 uur bewegen en 2x per week kracht-leningheidsoefeningen
C
Elke dag 1 uur bewegen en 2x per week sporten
D
Elke dag 30 minuten bewegen

Slide 18 - Quiz

This item has no instructions

Slide 19 - Video

This item has no instructions