week 12 26-11 ISK G

Welkom allemaal
1 / 16
next
Slide 1: Slide
NT2ISK

This lesson contains 16 slides, with text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 100 min

Items in this lesson

Welkom allemaal

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Wat gaan we
vandaag doen?

  • Zinnen maken
  • Voorzetsels herhalen


Slide 2 - Slide

This item has no instructions

De kamer van Peter
  • Mijn kamer is ......
  • De muren van mijn kamer zijn ......
  • In mijn kamer staat een ....., een ....., een ......, een ......en een ......
  • Aan de muur hangen ....., een ..... en een ...... met souvenirs.
  • Op het kastje staat een .....en een ......
  • Op mijn bureau staan ......
  • Op de grond staat een stereo-installatie

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Schrijven
Je gaat schrijven over jouw kamer.
  • Woon je in een huis/flat/AZC?
  • Is je kamer groot/klein?
  • Welke kleur hebben de muren?
  • Wat staat er in jouw kamer?
  • Wat hangt er aan de muur?



timer
15:00
  • Ik woon in een ... (huis/flat/AZC)
  • Mijn kamer is ... (groot/klein)
  • De muren van mijn kamer zijn ... (kleur)
  • In mijn kamer staat ... en ... en ...
  • Aan de muur hangt ... en ...
Als je klaar bent lever je je papier in.

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

De voorzetsels
Je gaat kijken en luisteren naar een verhaaltje
over Dikkie Dik.
Hallo!
Ik ben
Dikkie Dik.
.

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Slide 6 - Video

1:33 minuten

Luister nog een keer
Welke voorzetsels hoor je?
Schrijf de voorzetsels in je schrift.

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Welke voorzetsels heb je gehoord
het blaadje zit aan de boom
Dikkie Dik klimt ... de boom
Dikkie Dik loopt ... de tak
Dikkie Dik valt naar beneden
er liggen blaadjes ... de boom
een blaadje valt ... het hoofd van Dikkie Dik
het blaadje valt
... de boom

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Sinterklaas
  • Sinterklaas komt met de .......... naar Nederland.
  • Zijn assistenten heten allemaal ..........
  • Sinterklaas is een heilige.                                        waar/niet waar
  • Sinterklaas rijdt op een zwart paard.                  waar/niet waar
  • Sinterklaas draagt witte kleren.                             waar/niet waar
  • Sinterklaas heeft een witte baard.                       waar/niet waar

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Sinterklaas
  • Het is een Nederlands feest.
  • Hij geeft kado's aan de kinderen
       - in de schoen
       - op pakjesavond (5 december)
  • Volwassenen vieren ook Sinterklaas:
       - zij maken surprises
       - zij schrijven gedichten

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Gedicht

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Een schoen maken

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Je schoen zetten
Gedicht schrijven

Lieve Sint, lieve Piet,
Ik hoop dat je mijn schoentje z......
De wortel is voor Amerigo
Krijg ik dan een mooi kad...... ?
Groetjes,
/je naam/

En nu gaan we een liedje zingen voor Sinterklaas

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

Slide 14 - Video

This item has no instructions

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

Morgen
9:00 - 12:OO uur
Lokaal 24

Slide 16 - Slide

This item has no instructions