In het Concordaat van Worms uit 1122 werden afspraken gemaakt tussen de wereldlijke en geestelijke macht over het benoemen van bisschoppen. De koning mag voortaan een bisschop met wereldlijke macht bekleden, maar niet met geestelijke.
Het voorrecht van paus Calixtus III
Ik, (…) Calixtus, (…) verleen aan de geliefde zoon Hendrik (…) dat de verkiezingen van de bisschoppen en abten van het Duitse koninkrijk, (…) in uw tegenwoordigheid zullen plaatsvinden. (…) De uitverkorene kan bovendien (…) de regalia 1 van u ontvangen.
Edict van keizer Hendrik V
In de naam van de heilige en ondeelbare Drie-eenheid, geef ik, Hendrik (…), uit liefde van de heilige Roomse kerk en van onze meester paus Calixtus (…) toe dat er in alle kerken die in mijn koninkrijk zijn, canonieke verkiezing 2 en vrije wijding kan zijn.
1 Met regalia wordt hiermee de staf, mijter en ring van de bisschop bedoeld.
2 Met canonieke verkiezing wordt verkiezingen voor de bisschop bedoeld.