Schrijf een verhaal over wat je in het weekend hebt beleefd. Gebruik hierin in ieder geval:
- 3 persoonlijke voornaamwoorden
- 3 bezittelijke voornaamwoorden
- 3 aanwijzende voornaamwoorden
- 2 betrekkelijke voornaamwoorden
Klaar? Ruil van blaadje en zoek elkaars voornaamwoorden op.