6. Voedselbereiding

Voeding en vertering
1. Voedingsmiddelen
2. Voedingsstoffen
3. Zetmeel aantonen
4. Het verteringsstelsel
5. Gezonde voeding
6. Voedselbereiding
1 / 20
next
Slide 1: Slide
Mens & NatuurMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 2

This lesson contains 20 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Voeding en vertering
1. Voedingsmiddelen
2. Voedingsstoffen
3. Zetmeel aantonen
4. Het verteringsstelsel
5. Gezonde voeding
6. Voedselbereiding

Slide 1 - Slide

Vandaag
iedereen aanwezig en alle spullen bij zich?
Doelen van de les
Uitleg
Opdrachten maken
Afsluiten

Slide 2 - Slide

Doelen van de les
1. Je kunt voordelen van voedselbereiding opnoemen
2. Je kunt uitleggen hoe je voedselvergiftiging voorkomt

Slide 3 - Slide

Voedselbereiding

Samengestelde producten : producten die bestaan uit verschillende (grond)stoffen / ingrediënten

Slide 4 - Slide

Verschillende vormen van voedselbereiding
Bereidingswijzen : 

Koken
Bakken
Frituren 

Slide 5 - Slide

Voedselbereiding
Voordelen : 

Makkelijker te eten
Smaakt beter
Bacteriën en schimmels gaan dood door verhitting

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Video

Voorkomen van voedselvergiftiging


Houdbaarheidsdatum

THT
TGT

Slide 8 - Slide

Voorkomen van voedselvergiftiging


Bederven ? 
In de koelkast!

Slide 9 - Slide

Voorkomen van voedselvergiftiging


Op een juiste manier bewaren en bereiden

Slide 10 - Slide

Voorkomen van voedselvergiftiging


Handen wassen
Schone (hygiënische) keuken en materialen

Slide 11 - Slide

Voorkomen van voedselvergiftiging


Kruisbesmetting

Leg geen rauwe en klaar gemaakt voedsel bij elkaar!

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Video

Welke 4 regels bij voedselbereiding zijn er?

Slide 14 - Open question

Een saucijzenbroodje is een samengesteld product
A
Waar
B
Niet waar

Slide 15 - Quiz

Boontjes zijn samengestelde producten
A
Waar
B
Niet waar

Slide 16 - Quiz

Wat zijn voordelen van het bereiden van voedsel?

Slide 17 - Open question


A
Dit product moet na 21-12 gelijk weggegooid worden
B
Dit product kan na 21-12 nog wel gebruikt worden

Slide 18 - Quiz


A
Dit product moet na 21-12 gelijk weggegooid worden
B
Dit product kan na 21-12 nog wel gebruikt worden

Slide 19 - Quiz

Wanneer is er sprake van kruisbesmetting?
A
Als er 2 rauwe producten bij elkaar liggen
B
Als er een rauw product naast een gegaard product ligt
C
Als er 2 gegaarde producten bij elkaar liggen
D
Als een gegaard product met een rauw mes wordt gesneden

Slide 20 - Quiz