This lesson contains 21 slides, with interactive quizzes and text slides.
Items in this lesson
H3a
Goedemorgen!
Slide 1 - Slide
Welk signaalwoord hoorde ook alweer bij een toelichtend verband?
A
binnenkort
B
bijvoorbeeld
C
daarom
D
dankzij
Slide 2 - Quiz
Welk signaalwoord hoorde ook alweer bij een oorzakelijk verband?
A
ten slotte
B
want
C
ondanks
D
zo
Slide 3 - Quiz
Welk signaalwoord hoorde ook alweer bij een chronologisch verband?
A
daarna
B
ten eerste
C
maar
D
kortom
Slide 4 - Quiz
Welk signaalwoord hoorde ook alweer bij een middel-doel verband?
A
om
B
vroeger
C
toch
D
het gevolg is
Slide 5 - Quiz
Vond je dat je de tekstverbanden goed geleerd had?
Ja
Nee
Slide 6 - Poll
Hoeveel tijd had je ongeveer besteed aan het leren van de tekstverbanden?
Minder dan een kwartier
Ongeveer een kwartier
Meer dan een kwartier
Meer dan een half uur
Ik heb niet geleerd
Slide 7 - Poll
Planning vandaag
1. Huiswerkcontrole
2. Lesdoelen
3. Uitleg nieuwe lesstof
4. Afronding & huiswerk
Slide 8 - Slide
Welke structuur?
Kies bij de volgende
vragen welke structuur
past bij de zin. Open daar-
voor het bestandje uit de
chat.
Slide 9 - Slide
Ik ben voor heropening van de school, want ik ben de online lessen beu. Ook wil ik mijn klasgenoten weer zien.
A
A
B
B
C
C
D
D
Slide 10 - Quiz
De kans dat ik over zou gaan, was klein. Daarom was ik blij met het profielplan. Ik stond twee vieren en een 3.
A
A
B
B
C
C
D
D
Slide 11 - Quiz
Lessen bij de docent in een lokaal werken echt beter dan wanneer je thuis achter je laptop lessen moet volgen. Je hebt meer persoonlijk contact en je kunt beter opletten, want de docent ziet het sneller als je iets anders gaat doen.
A
A
B
B
C
C
D
D
Slide 12 - Quiz
Het is een fantastisch initiatief om alle leerlingen een boek voor de mediatheek te laten kiezen, want dan wordt er vast enthousiaster gelezen. Leerlingen vinden dan namelijk veel meer boeken in de mediatheek die qua thema bij hen passen.
A
A
B
B
C
C
D
D
Slide 13 - Quiz
Met zwemmen train je elke spier in je lijf. Bovendien belast je je lichaam niet, want je drijft. Daarom is zwemmen de beste workout voor je lichaam.
A
A
B
B
C
C
D
D
Slide 14 - Quiz
Ik wil dit jaar in de zomer graag weer naar Frankrijk, want het is een geweldig vakantieland. Het is er altijd mooi weer en de natuur is er werkelijk prachtig.
A
A
B
B
C
C
D
D
Slide 15 - Quiz
Lesdoelen
Aan het einde van deze les:
weet je wat een standpunt is
weet je wat argumenten zijn
weet je het verschil tussen een feitelijk en een waarderend argument
weet je wat enkelvoudige, meervoudige, onderschikkende en nevenschikkende argumentatie is
weet je wat een tegenargument is
Slide 16 - Slide
Tegenargument
als je het niet eens bent met een mening, dan geven we een tegenargument
een tegenargument kun je herkenen aan woorden als: ik vind echter, maar ik vind....
Slide 17 - Slide
Maak een zin met een standpunt (een mening) met een argument en een tegenargument. Gebruik signaalwoorden.
Slide 18 - Open question
Lesdoelen
Nu weet je:
wat een standpunt is
wat argumenten zijn
het verschil tussen een feitelijk en een waarderend argument
wat enkelvoudige, meervoudige, onderschikkende en nevenschikkende argumentatie is
wat een tegenargument is
Slide 19 - Slide
Beoordeel de les. Heb je de stof genoeg begrepen om met je huiswerk aan de gang te kunnen?