What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
Herhaling les 7periode 2
Twee weerstanden staan in serie geschakeld. Voor deze schakeling geldt dan;
A
dat de spanning gelijk is aan de som van de deelspanningen
B
dat de stroom in schakeling overal een andere waarde heeft.
C
dat de deelspanningen gelijk zijn aan de voedingsspanning
D
dat de vervangingsweerstand kleiner is dan de grootste weerstandswaarde
1 / 31
next
Slide 1:
Quiz
elektrotechniek
MBO
Studiejaar 1
This lesson contains
31 slides
, with
interactive quizzes
and
text slides
.
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Twee weerstanden staan in serie geschakeld. Voor deze schakeling geldt dan;
A
dat de spanning gelijk is aan de som van de deelspanningen
B
dat de stroom in schakeling overal een andere waarde heeft.
C
dat de deelspanningen gelijk zijn aan de voedingsspanning
D
dat de vervangingsweerstand kleiner is dan de grootste weerstandswaarde
Slide 1 - Quiz
Twee weerstanden staan in serie geschakeld. Voor deze schakeling geldt dan;
A
dat de spanning overal gelijk is.
B
dat de stroom in schakeling overal verschillend is
C
dat de deelspanningen gelijk zijn aan de voedingsspanning
D
dat de vervangingsweerstand groter is dan de grootste weerstandswaarde
Slide 2 - Quiz
Op een weerstand van 15 Ω staat een spanning van 90 V. Hoe groot is de stroom die door de weerstand loopt?
Slide 3 - Open question
De Wet van Ohm luidt:
A
I = R / U
B
R = U x I
C
U = I x R
D
R = I / U
Slide 4 - Quiz
Een elektrische auto is opgeladen bij 1 fase 16 A met een lading van 192 Ah. Hoeveel tijd heeft de auto aan de oplader gestaan?
Slide 5 - Open question
Op een weerstand van 180 Ω staat een spanning van 4,5 V. Hoe groot is de stroom die door de weerstand loopt?
A
I = 2,5mA
B
I = 0,0025A
C
I = 25 mA
D
I = 250mA
Slide 6 - Quiz
Bereken in de schakeling de stroom I door de weerstand van 20 Ω ongeveer.
Slide 7 - Slide
Een weerstand heeft een waarde van 10.000.000 Ω. We zeggen dan dat deze weerstand een weerstandswaarde heeft van;
A
R = 10 m Ω
B
R = 10.000 m Ω
C
R = 10 M Ω
D
R = 10.000 M Ω
Slide 8 - Quiz
In een schakeling wordt de stroomsterkte gemeten. De meter geeft een stroom aan van 0,000049 A. We zeggen dan;
A
I = 4,9 mA
B
I = 0,0049 mA
C
I = 49 μA
D
I = 490 μA
Slide 9 - Quiz
Bereken de totale weerstand van de gehele schakeling.
Slide 10 - Slide
Bij parallelschakeling van toestellen is?
A
de stroom door elk toestel gelijk
B
de spanning over elk toestel gelijk
Slide 11 - Quiz
Wat staat hier afgebeeld?
Slide 12 - Open question
Wat staat hier afgebeeld?
Slide 13 - Open question
Wat staat hier afgebeeld?
Slide 14 - Open question
Waar beveiligt een aardlekschakelaar tegen
A
overbelasting
B
kortsluiting
C
lekstroom
D
overbelasting en kortsluiting
Slide 15 - Quiz
Waar beveiligt een installatieautomaat tegen?
Slide 16 - Open question
Wat is een klasse 1 apparaat?
A
elektrische kachel
B
slijptol
C
veiligheidstransformator
D
boormachine
Slide 17 - Quiz
Om de hoeveel centimeter moeten beugels worden geplaats bij horizontale bevestiging van een PVC buis 5/8?
A
30 cm
B
40 cm
C
50 cm
D
De leiding moet deugdelijk gebeugeld zijn.
Slide 18 - Quiz
Een schakelaar met vier aansluitpunten is een?
A
kruisschakelaar
B
enkelpolige schakelaar
C
serie schakelaar
D
wisselschakelaar
Slide 19 - Quiz
Wat is een gemodificeerd centraaldoossyteem?
Slide 20 - Open question
Welk type kabel gebruik je voor in de grond
A
RMrL
B
Vmvl
C
XMvK
D
VO YMvKas
Slide 21 - Quiz
Is de effectieve waarde ........... dan topwaarwaarde
A
Lager
B
Hoger
Slide 22 - Quiz
De effectieve waarde is 230 V wat is dan de Maximale waarde?
Slide 23 - Open question
Als ik een drietal spoelen aansluit in ster op een 230/400V net is:
A
De fasespanning 230V en de lijnspanning 690V
B
De fasespanning 400V en de lijnspanning 230V
C
De fasespanning 400V en de lijnspanning 690V
D
De fasespanning 230V en de lijnspanning 400V
Slide 24 - Quiz
Hoe is deze motor aangesloten in ster of in driehoek?
A
ster
B
driehoek
Slide 25 - Quiz
Grootheid
Eenheid
Spanning
Stroomsterkte
Vermogen
Weerstand
Capaciteit
Volt
Ohm
Watt
Ampère
milliampère-uur
Slide 26 - Drag question
Op welk(e) punt(en) meet je de grootste stroomsterkte.
A
Punt A
B
Punt B
C
Punt C
D
Je meet op alle 3 de punten dezelfde stroomsterkte.
Slide 27 - Quiz
Wisselspanning
Spanningsmeter
Batterij
Schakelaar
Motor
stroommeter
Bel
Lampje
Led
Slide 28 - Drag question
Wat staat hier afgebeeld?
Slide 29 - Open question
Wat staat hier afgebeeld?
Slide 30 - Open question
Wat staat hier afgebeeld?
Slide 31 - Open question
More lessons like this
Herhaling les 6 periode 1
October 2021
- Lesson with
31 slides
elektrotechniek
MBO
Studiejaar 1
Vervangingsweerstand
January 2024
- Lesson with
14 slides
Natuurkunde
Middelbare school
vwo
Leerjaar 3
M4 Hoofdstuk 9 Schakelingen
February 2023
- Lesson with
22 slides
Nask / Techniek
Middelbare school
vmbo b
Leerjaar 4
Oefentoets Hoofdstuk Elektriciteit v3 HAVO Corona versie
May 2022
- Lesson with
33 slides
Natuurkunde
Middelbare school
havo
Leerjaar 4
Herhaling H3 (2 lessen)
December 2021
- Lesson with
35 slides
Natuurkunde
Middelbare school
vwo
Leerjaar 3
PTA herhalen H6
June 2021
- Lesson with
24 slides
Natuurkunde
Middelbare school
vmbo k, g, t
Leerjaar 3
3 mavo weerstand
February 2021
- Lesson with
28 slides
Natuurkunde
Middelbare school
mavo
Leerjaar 3
9.4 Elektronische Schakelingen
September 2023
- Lesson with
31 slides
Natuurkunde
Middelbare school
vmbo g, t, mavo
Leerjaar 4