Het circulatiestelsel

1 / 33
next
Slide 1: Slide
Zorg en WelzijnMBOStudiejaar 1

This lesson contains 33 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Welk begrip komt in je op bij het circulatiestelsel?

Slide 3 - Mind map

Slide 4 - Slide

Hoeveel liter bloed hebben wij in ons lichaam?

Slide 5 - Mind map

Hoevaak slaat je hart normaal gesproken per minuut?

Slide 6 - Mind map

Slide 7 - Video

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

ECG

Slide 13 - Mind map

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Slide

Wat heb je tot nu toe geleerd?

Slide 16 - Mind map

Wat weet je nog van de vorige les?

Slide 17 - Mind map

Slide 18 - Video

Slide 19 - Slide

Slide 20 - Slide

Observatie van het circulatiestelsel

Slide 21 - Mind map

Hoe komt het dat het bloed uit de benen terug naar het hart kan stromen?

Slide 22 - Mind map

Hoe meet je de pols bij een zorgvrager met beide armen in het gips?

Slide 23 - Mind map

Ader
Haarvaten

Slagader
Arterie
Vene
Capillair

Slide 24 - Drag question

Vervoeren alle slagaders zuurstofrijk bloed?
A
Ja
B
Nee

Slide 25 - Quiz

Kamers noem je ook wel
A
Ventrikel
B
Atrium

Slide 26 - Quiz

In welke bloedvaten vindt de afgifte van voedingsstoffen en zuurstof plaats?
A
Aders
B
Slagaders
C
Haarvaten

Slide 27 - Quiz

Waarom is de hartspier links dikker dan rechts?

Slide 28 - Mind map

De longslagader vervoert bloed van ....1... kamer naar ...2.... Dit bloed is zuurstof...3...

Slide 29 - Open question

De longader vervoert bloed van …1...naar…2.. Dit bloed is zuurstof…3...

Slide 30 - Open question

Het hartritme wordt geregeld door een prikkelgeleidingssysteem. Waar bevindt zich de sinusknoop?
A
Rechter boezem
B
Linker boezem
C
Rechter kamer
D
Linker kamer

Slide 31 - Quiz

Wanneer treedt er meer bloedverlies op- bij een slagaderlijke bloeding of bij een aderlijke bloeding?
A
Slagaderlijke bloeding
B
Aderlijke bloeding

Slide 32 - Quiz

Paracetamol werkt tegen hoofdpijn, een pijnlijke heup en om de pijn van een flinke snee te verminderen. Hoe ‘weet’ de paracetamol die je inneemt waar hij naar toe moet?

Slide 33 - Mind map