This lesson contains 36 slides, with interactive quizzes and text slide.
Items in this lesson
Examentraining 2
Introductie
Slide 1 - Slide
Als je op een doorsnede van de kaken kijkt zie je dat normaal gesproken:
A
De bovenkaak iets breder is dan de onderkaak
B
De bovenkaak en onderkaak even breed zijn
C
De onderkaak voor de bovenkaak staat
D
De onderkaak breder is dan de bovenkaak
Slide 2 - Quiz
Er komt een 83-jarige man in de praktijk. Je ziet de onderstaande gebitssituatie. Wat is hier aan de hand?
A
Erosie
B
Attritie
C
Cariës
D
Abrasie
Slide 3 - Quiz
Op de tekening zie je schematisch de volgende ontsteking:
A
Pericoronitis
B
Sinusitis
C
Pulpitis
D
Alveolitis
Slide 4 - Quiz
Er belt om 8.30 iemand met enorme kiespijn. Hij heeft om half vijf een afspraak voor extractie van het betreffende gebitselement. Hij belt op en vraagt of hij een pijnstiller mag innemen vanwege pijn. Welk advies zou je geven? Zo uitgebreid mogelijk antwoorden.
Slide 5 - Open question
Welk element is het meest ongeschikt om als pijlerelement te dienen voor een vijf-delige brug?
A
Een endodontisch behandeld element
B
Een element met een slecht parodontium
C
Een element met een grote amalgaamvulling
D
Een element met een stiftopbouw
Slide 6 - Quiz
Bij welke soort straling hoort röntgenstraling?
A
Gammastraling
B
Elektromagnetische straling
C
Radiostraling
D
UV-straling
Slide 7 - Quiz
De behandelfase van een endo op de tekening is:
A
De step-down fase
B
Lengte bepalen
C
De step-back fase
D
Het passen van de hoofdstift
Slide 8 - Quiz
Hoe verloopt het plaatsen van orthodontische banden?
A
element polijsten, element separeren, cement aanmaken, droogleggen, band plaatsen
B
droogleggen, element polijsten, element separeren, cement aanmaken, band plaatsen
C
cement aanmaken, element separeren, droogleggen, band plaatsen, element polijsten
D
element separeren, element polijsten, droogleggen, cement aanmaken, band plaatsen
Slide 9 - Quiz
Leg uit waarom een subperiostaal abces veel pijnlijker is dan een submuceus abces.
Slide 10 - Open question
Mevrouw de Vries komt met haar zesjarige zoontje in de praktijk. Op de plaats waar de M1id moet komen zit een blauwe plek in de kaakwal. Hier is waarschijnlijk sprake van een:
A
Ameloblastoom
B
Eruptiecyste
C
Residuale cyste
D
Tumor (lipoom)
Slide 11 - Quiz
Een jongen heeft bij een hockeywedstrijd een stick tegen zijn gezicht gekregen. De tandarts ziet een deukje in de rechterwang en hij heeft rechts ook een blauw oog. De occlusie is normaal, hij heeft wel een doof gevoel in wang en bovenlip. Wat is hier het meest waarschijnlijk aan de hand?
Slide 12 - Open question
Wat is het doel van het plaatsen van een wortelstift in een element.
A
Om het tegen cariës te beschermen
B
Om het tegen breuk te beschermen
C
Om het tegen parodontale aandoeningen te beschermen
D
Om het tegen verkleuren te beschermen
Slide 13 - Quiz
Noem 3 dingen die belangrijk zijn wil een implantaat bij een patiënt succes hebben.
Slide 14 - Open question
De tandarts schrijft de patiënt een antibioticumkuur voor. De patiënt vraagt of dit middel ook bijwerkingen heeft. De meest voorkomende bijwerking van antibiotica is:
A
Diarree
B
Hoofdpijn
C
Spierkrampen
D
Braken
Slide 15 - Quiz
Er belt een patiënt met een pijnklacht. Er is drie dagen geleden een element geëxtraheerd maar de kiespijn wordt steeds erger. De pijn lijkt erger dan voor het extraheren. Er is een constante doffe pijn op de plaats waar eerst de kies stond. a – Leg uit wat het zou kunnen zijn. b – Wat zal de tandarts doen aan de ontsteking én wat kan de tandarts doen tegen de pijn?
Slide 16 - Open question
Een patiënt belt met de volgende klachten: spontane pijn, ’s nachts verergert de pijn, verminderde pijn bij koude prikkels. Bij welke pulpa-aandoening horen deze symptomen?
A
Chronische pulpitis
B
Acute apicale parodontitis
C
Acute pulpitis
D
Chronische apicale parodontitis
Slide 17 - Quiz
Wat is een belangrijke eigenschap van röntgenstraling?
Slide 18 - Open question
Bij welke van onderstaande cysten is meestal geen therapie noodzakelijk:
A
Eruptie-cyste
B
Folliculaire cyste
C
Radiculaire cyste
D
Residuale cyste
Slide 19 - Quiz
Met welke compicatie moet je vooral rekening houden bij de behandeling van een hemofiliepatiënt?
A
Endocarditis
B
Hypertentie
C
Angina Pectoris
D
Nabloeding
Slide 20 - Quiz
Wat is een periodieke beweging?
A
Een beweging die zich steeds opnieuw herhaalt
B
Een golfbeweging
C
De tijd die nodig is voor 1 complete golfbeweging
D
De snelheid waarmee licht zich verplaatst
Slide 21 - Quiz
Bij welke begrip hoort de volgende omschrijving: Als je een lage frequentie hebt, is er een langzame trillingstijd
A
Hoge golven
B
Lage golven
C
Korte golven
D
Lange golven
Slide 22 - Quiz
Röntgenstraling met een korte golflengte heeft.....
A
Een klein doordringend vermogen
B
Een groot doordringend vermogen
C
Geen doordringend vermogen
Slide 23 - Quiz
Door de anamnese krijgt de tandarts een indruk van de mogelijke risico's die aan een behandeling verbonden zijn en hij kan dan de nodige maatregelen nemen om problemen te voorkomen. Welke patiënten zijn risicopatiënten?
Slide 24 - Open question
Wat is hypertensie?
A
Lage bloeddruk
B
Hartafwijking
C
Hoge bloeddruk
D
infectieziekte
Slide 25 - Quiz
Waarom vallen mensen met suikerziekte onder 'risicopatiënten'?
A
Omdat patiënten met deze ziekte vaak een verminderde weerstand tegen infecties hebben
B
Omdat deze ziekte zeer besmettelijk is via het bloed
C
Omdat patiënten met suikerziekte vaak medicijnen gebruiken die de werking van bloedvatvernauwende middelen beïnvloeden
D
Omdat deze patiënten risico lopen bij bloederige ingrepen in de mond
Slide 26 - Quiz
Bij welke ziekte hoort de volgende beschrijving: 'het ontstaat door een zuurstoftekort van de hartspier. Bij inspanning of stress kan men een aanval krijgen. De patiënt klaagt over een beklemd gevoel op de borst en is vaak angstig'
A
Hartklepafwijking
B
Angina pectoris
C
Hepatitis
D
Hypertensie
Slide 27 - Quiz
Wat is het voordeel van hechtdraden die vanzelf oplossen?
Slide 28 - Open question
Waar staat de afkorting ALARA voor? En wat betekent dit?
Slide 29 - Open question
Is het toepassen van röntgenstraling een voorbehouden handeling?
A
Ja
B
Nee
Slide 30 - Quiz
Noem 3 manieren waarmee je kunt testen of de pulpa vitaal is
Slide 31 - Open question
Hoe kun je een wortelpuntontsteking op een röntgenfoto herkennen?