Belasting die je iedere maand al 'vooruit' betaalt
1 / 21
next
Slide 1: Quiz
EconomieMiddelbare schoolmavoLeerjaar 4
This lesson contains 21 slides, with interactive quizzes.
Lesson duration is: 20 min
Items in this lesson
Wat is loonheffing
A
Belasting die je achteraf moet betalen
B
Belasting die je iedere maand al 'vooruit' betaalt
Slide 1 - Quiz
De duur van een WW-uitkering is afhankelijk van ...
A
je loon op het moment dat je werkloos werd
B
Hoe lang je gewerkt hebt
C
Of je buiten je schuld werkloos bent geworden
D
Hoe lang het duurt totdat je nieuw werk gevonden hebt
Slide 2 - Quiz
De primaire sector is
A
Landbouw, visserij en mijnbouw
B
Industrie
C
Commerciële dienstverlening
D
Niet-commerciele dienstverlening
Slide 3 - Quiz
Wat is structurele werkloosheid?
A
Dat een bepaald beroep helemaal verdwijnt en dus veel mensen op straat komen te staan
B
Dat mensen elk deel van het jaar dezelfde soort werkloosheid hebben
C
Dat mensen arbeidsongeschikt zijn
D
Dat mensen slechts in bepaalde seizoenen geen werk hebben
Slide 4 - Quiz
Je werkt voor de politie. In welke sector werk je?
A
Primaire sector
B
Secundaire sector
C
Tertiaire sector
D
Quartiaire sector
Slide 5 - Quiz
De loonheffing bestaat uit .......
A
loonbelasting + premies volksverzekeringen
B
loonbelasting + premies werknemersverzekeringen
C
premies volks- en werknemersverzekeringen
D
alleen loonbelasting
Slide 6 - Quiz
Hoe hoog is een WW-uitkering?
A
lager dan je loon
B
gelijk aan je loon
C
hoger dan je loon
D
gelijk aan het sociaal minimum
Slide 7 - Quiz
Wat hoort niet bij de secundaire sector?
A
Boer
B
Buschauffeur
C
Bouwvakker
D
Lasser
Slide 8 - Quiz
Conjuncturele werkloosheid is:
A
de vraag daalt en daardoor daalt de productie
B
de vraag stijgt en daardoor stijgt de productie
C
De vraag daalt en daardoor stijgt de productie
D
De vraag stijgt en daardoor daalt de productie
Slide 9 - Quiz
Je bent na 10 jaar gewerkt te hebben ontslagen. Hoe lang heb je recht op een uitkering?
A
10 maanden
B
net zolang tot je een nieuwe baan gevonden hebt
C
24 maanden
D
3 maanden
Slide 10 - Quiz
Milan is ontslagen na 13 jaar gewerkt te hebben. Hij heeft zich bij het UWV ingeschreven en krijgt nu een ww-uitkering. Deze is de eerste twee maanden 75% van zijn laatst verdiende inkomen, daarna is dit nog maar 70%. Zijn maandinkomen bij werk was € 2.360,-
A
De eerste maand is zijn uitkering € 1.652,-
B
De tweede maand is zijn uitkering € 1.777,-
C
De derde maand is zijn uitkering € 1.770,-
D
De vierde maand is zijn uitkering € 1.652,-
Slide 11 - Quiz
Welke beroepen kom je niet tegen in de tertiaire sector?
A
kapper
B
boer
C
taxichauffeur
D
leraar
Slide 12 - Quiz
Wat is de maximale duur van de ww-uitkering
A
36 maanden
B
12 maanden
C
18 maanden
D
24 maanden
Slide 13 - Quiz
Hoe kan de overheid de energietransitie versnellen naast het ontwikkelen van waterstof als schone energiebron?
Slide 14 - Open question
Je bent na 20 jaar gewerkt te hebben ontslagen. Hoe lang heb je recht op een uitkering?
A
20 maanden
B
net zolang tot je een nieuwe baan gevonden hebt
C
24 maanden
D
10 x 1 maand en 10 keer 0,5 maand dus 15 maanden totaal
Slide 15 - Quiz
Hoe kan de overheid de energietransitie versnellen naast het ontwikkelen van waterstof als schone energiebron?
Slide 16 - Open question
Zet onderstaande oorzaken/gevolgen in de juiste volgorde. Er is prak van een Hoogconjunctuur: Zet de gevolgen hiervan in de goede volgorde. Dit is het gevaar van de: Loon/prijsspiraal
tip: je begint en eindigt met de prijzen stijgen
1
2
3
4
5
loonkosten stijgen
prijzen stijgen
prijzen stijgen
deze kosten worden doorberekend in de prijs
koopkracht daalt, dus werknemers willen loonsverhoging
Slide 17 - Drag question
Volgens sommige economen kan inflatie leiden tot werkeloosheid. Zet de economische verschijnselen in de juiste volgorde.
1. Inflatie neemt toe
Consumptie neemt af
Vraag naar arbeid neemt af
Lonen stijgen minder dan inflatie
Bedrijven produceren minder
6. Werkeloosheid neemt toe
Slide 18 - Drag question
Het verschijnsel waarbij loonstijging voor inflatie zorgt, en de inflatie juist weer voor een verdere loonstijging.
De lonen stijgen net zo veel als de prijzen.
Een algemene prijsstijging van goederen en diensten.
De hoeveelheid goederen en diensten die je met je inkomen kunt kopen.
Inflatie
Koopkracht
Loon-prijsspiraal
Prijscompensatie
Slide 19 - Drag question
Minder loonheffing kan leiden tot een daling van de conjucturele werloosheid. Zet de stappen op de goede volgorde