Instructie havo 3.1

• Wiskunde
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 3

Kwadratische functies

Eerst herhalen, daarna nieuw stof!

Oefenen met kwadraten

-2²=

8²=

-(6)²=

(-2)²=

-4

4

64

-36

Werk de haakjes weg

−5p(−3p+7)

1. −15p​2​​−35p
2. 15p​2​​−35p
3. k.n.k
4. 20p

Werk de haakjes weg.
(3x-2)(x-3)

Functie (voorkennis)

f(x) = 3x - 5

f(3) = ?

Functie (voorkennis)

f(3)=3⋅3−5

f(3)=4

f(3)=3⋅x−5

Hoe moet dat bij een kwadratische functie?

f(x) = x² + 3x - 5

f(3) = ?

Hoe moet dat bij een kwadratische functie?

f(x)=x​2​​+3x−5

f(3)=

Hoe moet dat bij een kwadratische functie?

f(x)=x​2​​+3x−5

f(3)=3​2​​+3⋅3−5

f(3)=9+9−5

f(3)=13

Grafiek tekenen (deel 2)

Je gaat een grafiek tekenen van een kwadratische formule van de vorm:

ax​2​​+bx+c

Grafiek tekenen (deel 2)

Je gaat een grafiek tekenen van een kwadratische formule van de vorm: a, b en c zijn getallen.

Voorbeeld:

ax​2​​+bx+c

2x​2​​+10x+2

Parabolen

De grafiek van kwadratische functie heet een parabool.

f(x) = ax² + bx + c

De balansmethode

Mavo: §2.3

Havo en Vwo: §3.4

        Dalparabool                                     Bergparabool

a > 0

a < 0

ax​2​​+bx+c

f(x)=−x​2​​+2x+3

Tekst

Een parabool kun je tekenen en hiervoor heb je 7 punten nodig:

Wat valt op?

x	-2	-1	0	1	2	3	4
y	-5	0	3	4	3	0	-5

X_top berekenen?

Maak gebruik van symmetrie en zoek het midden op!

Zelfstandig werken

• Aan de slag met de opgaven 3 t/m 12
  
• Samen of zelfstandig werken
  
• Klaar? nakijken!