S18 - Het sprookje

1 / 38
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolmavo, havo, vwoLeerjaar 1,3

This lesson contains 38 slides, with interactive quizzes, text slides and 3 videos.

time-iconLesson duration is: 240 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Wat is jouw favoriete sprookje?

Slide 3 - Mind map

Lesdoelen
  1.  Je kent de typische eigenschappen van het literaire genre 'het sprookje' en je kan ze toepassen op een voorbeeld.
  2. Je kan de begrippen uit de verhaalanalyse van Deel 1 toepassen op een sprookje (bv. personages, tijd, ruimte ...).
  3. Ook oefen je met creatief schrijven, een belangrijk onderdeel van schrijfonderwijs.


Slide 4 - Slide

Slide 5 - Link

Waar komt het woord 'sprookje' vandaan?

Slide 6 - Mind map

Het sprookje
Het woord sprookje is afgeleid van het middeleeuwse 'sproke', dat verhaal of vertelling ('gesprokene') betekent. 

Het doelpubliek is veranderd doorheen de tijd. Als ongeschreven vertelling richtte een sproke zich tot ongeletterde volwassenen. Via de orale traditie kregen zij de moraliserende verhalen mee. Pas toen de gebroeders Grimm de verhalen begonnen te verzamelen en te publiceren, werden ze aangepast voor kinderen. Nu zijn sprookjes kinderverhalen met levenslessen.

Slide 7 - Slide

1. Kenmerken
1. Lees in je groepje de sprookjes en zoek gelijkenissen.
2. Noteer op het witte blad wat typisch is aan een sprookje.
3. Markeer de genoteerde kenmerken ook in de sprookjes.

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Oefeningen - 2.2.2 Er was eens ...
Maak opdracht 1, 2 en 3 van de opbouw.

Slide 10 - Slide

2. Geschiedenis

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Video

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Slide

3. Moderne toepassing

Slide 19 - Slide

Zijn sprookjes nog in?
ja
nee

Slide 20 - Poll

Slide 21 - Slide

Slide 22 - Slide

Slide 23 - Video

Op welke manieren komen sprookjes nog voor in het dagelijkse leven?

Slide 24 - Mind map

Reclame

Slide 25 - Slide

Slide 26 - Video

Opdracht: 2.2.4 Creatieve schrijfoefening
  • Ga naar 2.2.4 Uitbreiding: creatieve schrijfoefening (DM).
  • Werk individueel of in duo.
  • Laat je fantasie de vrije loop en schrijf zelf een creatief verhaal met een duidelijke moraal.
  • Aan het einde van dit leertraject leest iedereen zijn sprookje voor. Je laat de rest van de klas raden naar de moraal van je verhaal.

Slide 27 - Slide

Opdracht: 2.2.4 Creatieve schrijfoefening
De 1ste keer rollen met de dobbelsteen bepaalt het hoofdpersonage van je sprookje, de 2de de plaats waar het verhaal zich afspeelt, de 3de één of meerdere nevenpersonages en de laatste keer rollen geeft je een magisch voorwerp dat in je verhaal moet voorkomen. 

Slide 28 - Slide

Wat is de moraal van sprookje 1?

Slide 29 - Open question

Wat is de moraal van sprookje 2?

Slide 30 - Open question

Wat is de moraal van sprookje 3?

Slide 31 - Open question

Wat is de moraal van sprookje 4?

Slide 32 - Open question

Wat is de moraal van sprookje 5?

Slide 33 - Open question

Wat is de moraal van sprookje 6?

Slide 34 - Open question

Wat is de moraal van sprookje 7?

Slide 35 - Open question

Wat is de moraal van sprookje 8?

Slide 36 - Open question

Wat is de moraal van sprookje 9?

Slide 37 - Open question

Wat is de moraal van sprookje 10?

Slide 38 - Open question