Week 2.1 - les 1: h3b

• Duits
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 2

Guten Morgen H3b/TV3f

Ihr braucht (= nodig hebben) eure Handys!

Herhaling regels

Huiswerk niet gemaakt of half gemaakt = HV melding in magister. 2 meldingen = nakomen.

Snap je iets van het huiswerk niet, dan stuur je me een bericht via magister/instagram.

Als ik heb aangegeven dat je mag overleggen, mag je praten. Anders houd je je mond. Als je iets wil vragen, steek je je hand op.

Je krijgt 1x een waarschuwing met naam zonder consequentie. 2 waarschuwingen = strafwerk, 3 waarschuwingen = verwijdering uit de les & nakomen.

Ga je niet aan het werk = verwijdering uit de les & nakomen.

• Huiswerk niet gemaakt of half gemaakt = HV melding in magister. 2 meldingen = nakomen.
  
• Snap je iets van het huiswerk niet, dan stuur je me een bericht via magister/instagram (@fraunelissen).
  
• Als ik heb aangegeven dat je mag overleggen, mag je praten. Anders houd je je mond. Als je iets wil vragen, steek je je hand op.
  
• Twee waarschuwingen met naam = strafwerk, drie = verwijdering uit de les.
• Ga je niet aan het werk = verwijdering uit de les & nakomen.
  

Was machen wir heute?

• Reflektion
•  Tips und Tops - Periode 1
• Prüfungsstoff - Periode 2
• 9. November

Reflektion

Wie hast du gelernt?

Bist du über deine Note zufrieden?

Was kannst du nächstes Mal besser machen?

Ben je tevreden over je cijfer?

1. Ja
2. Nee

Wanneer ben je begonnen met leren?

1. Tijdens de herfstvakantie
2. De week voor de toetsweek
3. De week van de toets
4. Eén dag voor de toets

Hoe heb je de grammatica geleerd?

Hoe heb je voor de woordjes geleerd?

Welk onderdeel van de toets ging het beste?

1. Werkwoorden tegenwoordige tijd
2. Woordjes
3. Werkwoorden verleden tijd / voltooid deelwoord
4. Tekst

Wat moet je de volgende keer anders doen?

Tips & Tops

Voorkant: tips

Wat kan ik verbeteren aan mijn lessen? Wees eerlijk en geef constructieve antwoorden over hoe ik de les kan verbeteren. Wees specifiek.

Achterkant: tops

Wat vind je goed aan mijn lessen en waarom?

Prüfungsstoff - Periode 2

• Woorden Kapitel 2 (D+J) D <> NL
  
• 1e, 3e & 4e naamval
• Voorzetsels met derde en vierde naamval en wisselvoorzetsels
  
• Persoonlijk voornaamwoord (1e, 3e en 4e naamval)
  
• Tekst

SO = waarschijnlijk praktische opdracht

9. November 1989

Aufgabe 3 und 4

Wat: AB Seite 76-77, TB Seite 27

Hoe: alleine

Hulp: betekenis uit de tekst opmaken

Tijd: Rest der Stunde (= rest van de les)

Uitkomst: wir werden es am Donnerstag besprechen

Klaar: -