What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
vervolg directe en indirecte kosten
De omzet van een bedrijf bestaat uit
A
Alle producten die het bedrijf verkocht heeft
B
De inkomsten uit verkoop en diensten
C
De kosten die het bedrijf maakt
D
De inkomsten min de kosten
1 / 20
next
Slide 1:
Quiz
Dierverzorging
MBO
Studiejaar 1
This lesson contains
20 slides
, with
interactive quizzes
,
text slides
and
2 videos
.
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
De omzet van een bedrijf bestaat uit
A
Alle producten die het bedrijf verkocht heeft
B
De inkomsten uit verkoop en diensten
C
De kosten die het bedrijf maakt
D
De inkomsten min de kosten
Slide 1 - Quiz
De afzet van het bedrijf is
A
Het geld dat zij voor de producten vragen
B
Het aantal producten dat zij over houden
C
Het aantal producten dat zij weg moeten gooien
D
Het aantal producten dat zij verkopen
Slide 2 - Quiz
Bij een break even omzet
A
Maak je geen winst en ook geen verlies
B
Maak je verlies
C
Heb je alle totale kosten terug verdiend
D
Maak je winst
Slide 3 - Quiz
Als de variabele kosten gelijk mee stijgen met de omzet zijn ze:
A
Proportioneel
B
Degressief
C
Progressief
D
uuuuuuhh
Slide 4 - Quiz
Als de kosten niet stijgen bij de een stijgende omzet zijn het:
A
niet proportioneel variabele kosten
B
constante kosten
C
vaste kosten
D
proportioneel variabele kosten
Slide 5 - Quiz
De brutowinst van het bedrijf
A
is de omzet - de kosten
B
is de omzet - de vaste kosten
C
is de omzet - variabele kosten
D
hetzelfde als de omzet
Slide 6 - Quiz
De nettowinst van het bedrijf
A
is de brutowinst - de vaste kosten
B
is de omzet - de vaste kosten
C
is de omzet - de variabele kosten en de vaste kosten
D
is gelijk aan de omzet
Slide 7 - Quiz
Slide 8 - Slide
Noem voorbeelden van directe kosten
Slide 9 - Mind map
noem voorbeelden van indirecte kosten
Slide 10 - Mind map
Wat wordt er bedoeld met een homogene productie/dienst?
Slide 11 - Open question
Wat doe je met de indirecte kosten bij een heterogene productie?
Slide 12 - Open question
Opdracht
Lees de blz 70 en 71 uit het theorieboek
Maak de vragen 5.1, 5.2, 5.3 en 5.4 uit het werkboek
Slide 13 - Slide
Slide 14 - Video
Opslagmethode
primitief: Je rekent voor alle producten van een bedrijf (vaak bij een homogene productie één opslagpercentage uit voor de vaste kosten.
Verfijnd: Je rekent per productsoort van een bedrijf (bij een heterogene productie) het opslagpercentage uit.
Slide 15 - Slide
Brutowinst opslag
Het brutowinstpercentage bereken je uit de vaste kosten en de winst die een bedrijf wil maken
Slide 16 - Slide
Slide 17 - Video
opdracht
Lees de uitleg over de primitieve opslagmethode in
hoofdstuk 5.4 op blz 72
Maak de opgaven 5.7, 5.9 en 5.24
Slide 18 - Slide
Waarom zou een ondernemer de kosten per product willen weten?
Slide 19 - Mind map
Volgende week
Ga je in kleine groepjes een opdracht maken die betrekking heeft op de lesstof van deze periode.
Tip: kijk de Lesson up nog een keertje terug en kijk het boek nog even door. Scheelt volgende week zoeken.
Slide 20 - Slide
More lessons like this
Hoofdstuk 8 Directe en indirecte kosten
December 2021
- Lesson with
18 slides
Bedrijfseconomie
MBO
Studiejaar 1
Hoofdstuk 8 Directe en Indirecte kosten
April 2021
- Lesson with
20 slides
Bedrijfseconomie
MBO
Studiejaar 1
H8 directe en indirecte kosten Les 1
March 2021
- Lesson with
19 slides
Bedrijfseconomie
MBO
Studiejaar 1
H8 directe en indirecte kosten Les 1
September 2023
- Lesson with
21 slides
Bedrijfseconomie
MBO
Studiejaar 1
6V Beco Res. 6.3
December 2021
- Lesson with
26 slides
Bedrijfseconomie
Middelbare school
vwo
Leerjaar 6
Winst of verlies?
January 2019
- Lesson with
22 slides
by
Economics
Economie
Middelbare school
vmbo t, mavo
Leerjaar 3,4
economie voor vmbo
Concurrentie
January 2019
- Lesson with
26 slides
by
Economics
Economie
Middelbare school
vmbo t, mavo
Leerjaar 3,4
Economie voor vmbo
Marktvormen
October 2018
- Lesson with
26 slides
by
Economics
Economie
Middelbare school
vmbo t, mavo
Leerjaar 3,4
economie voor vmbo