Deel 3 - Hoeveel?

Deel 3 - Hoeveel?
1 / 18
next
Slide 1: Slide
OkanSecundair onderwijs

This lesson contains 18 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 160 min

Items in this lesson

Deel 3 - Hoeveel?

Slide 1 - Slide

bladzijde 76, oefening 1
Stel zelf een vraag.
De vraag begint met 'hoeveel ...'
Wie moet antwoorden?

Bijvoorbeeld: 'Hoeveel stoelen zijn er in de klas?'
'Hoeveel mensen zijn er nu in onze klas?'
...

Slide 2 - Slide

Bladzijde 76 oefening 2
Luister en markeer de juiste getallen.

Slide 3 - Slide

bladzijde 77, oefening 2
Welk getal hoor je? 
A of B?
Markeer het getal dat je hoort.

Slide 4 - Slide

BINGO!
Iedereen krijgt een papier met andere getallen.
Iemand neemt een kaart en 
roept het getal.
Als dat getal op je blad staat, doorstreep je het.
Als al je getallen doorstreept zijn, roep je BINGO!

Slide 5 - Slide

tellen met bal
We staan in een kring.
Je zegt 'één' en gooit de bal naar iemand.
De volgende persoon zegt 'twee' en gooit de bal naar iemand. 
Zo tellen we verder ...

Slide 6 - Slide

Spel: samen tot tien tellen
1. We tellen samen in koor tot tien.
2. Sta recht. 
Sluit je ogen.
Er mag maar één persoon spreken. We tellen tot tien.
Als twee personen spreken, beginnen we opnieuw

Slide 7 - Slide

Tekenen met getallen
A zegt een reeks getallen.
B verbindt de getallen die A zegt.
Welke tekening krijg je?

Daarna wisselen we.

Slide 8 - Slide

3. Het weer
bladzijde 78 oefening 5

Slide 9 - Slide

de wind
de zon
de regen
de bliksem
de mist
de regenboog
de sneeuw
de hagel
de wolk
de storm

Slide 10 - Drag question

Wat voor weer is het vandaag?

Slide 11 - Mind map

Slide 12 - Video

bladzijde 56, oefening 4
Per twee:
A: Welk product kost zesennegentig euro?
B. De ring kost zesennegentig euro.

Slide 13 - Slide

bladzijde 56, oefening 4
We wandelen door de klas.
A: Hoeveel kost de cd?
B. De cd kost achttien euro.

Slide 14 - Slide

bladzijde 57, oefening 5
Hoeveel kost het?
Schrijf de prijs op die je hoort.

Slide 15 - Slide

bladzijde 297, 298
A neemt blz. 297, B neemt blz. 298.

- Hoeveel kost de/ het ...?
- De/het ... kost ... euro.

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Video

bladzijde 58, oefening 7
1. Waarover gaat dit artikel? = Wat is het thema van dit artikel?
A. Over de prijzen van de Lotto.
B. Over de getallen van de Lotto.

2. Wat is jouw geluksgetal?
= Wat is jouw lievelingsgetal?
= Wat is jouw favoriete getal?

Slide 18 - Slide