Classe 4 Oefenen module 3

Module 3 monde meilleur 
Bijvoeglijk naamwoord en bijwoord
persoonlijk voornaamwoord als lijdend voorwerp
werkwoorden mettre, devoir, venir
vocabulaire
1 / 14
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

This lesson contains 14 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

Items in this lesson

Module 3 monde meilleur 
Bijvoeglijk naamwoord en bijwoord
persoonlijk voornaamwoord als lijdend voorwerp
werkwoorden mettre, devoir, venir
vocabulaire

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Video

Quels mots avez-vous entendu?

Slide 3 - Mind map

Wat is het verschil tussen een bijvoeglijk naamwoord en een bijwoord?

Slide 4 - Open question

La voiture roule
Le train est
La note est
Tu as travaillé
L' élève est
Il n' est pas malade, 
lent
lentement
bonne
bien
heureux
heureusement

Slide 5 - Drag question

Door welke persoonlijk voornaamwoorden kan je een lijdend voorwerp in de zin vervangen? Noem het hele rijtje

Slide 6 - Open question

Door welk woord mag je le cadeau vervangen als je dit in een nieuwe zin zet: Il a donné le cadeau au prof.
A
la
B
les
C
l'
D
le

Slide 7 - Quiz

Wat wordt de juiste zin als je het lijdend voorwerp vervangt?
nous avons acheté la glace
A
nous la avons acheté
B
nous l' avons acheté
C
nous avons acheté la
D
nous avons l' acheté

Slide 8 - Quiz

Welke zin is juist als je het lijdend voorwerp vervangt?
On va manger les produits bio
A
On va manger les
B
on les va manger
C
on va le manger
D
on va les manger

Slide 9 - Quiz

Wat betekent : hij zou het huiswerk moeten maken
A
Il devrait faire les devoirs
B
il devait faire les devoirs
C
Il devra faire les devoirs
D
il doit faire les devoirs

Slide 10 - Quiz

Wij trekken onze truien aan
A
Nous mettrons nos pulls
B
nous avons mis nos pulls
C
nous mettions nos pulls
D
Nous mettons nos pulls

Slide 11 - Quiz

Hoe zeg je: zij is bij mij thuis gekomen
A
elle a venu chez moi
B
elles sont venues chez moi
C
Elle est venu chez moi
D
elle est venue chez moi

Slide 12 - Quiz

Slide 13 - Slide

Pour un monde meilleur c' est les jeunes qui doivent agir. Que pensez-vous?

Slide 14 - Mind map