This lesson contains 22 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 60 min
Items in this lesson
Goedemiddag!
welkom allemaal
Slide 1 - Slide
Wat gaan we vandaag doen:
Wat hebben we voor de vakantie behandeld
Nieuwe stof behandelen
opdracht gezamenlijk maken
zelfstandig aan het werk
gezamenlijke afronding
Slide 2 - Slide
hoe was jullie vakantie?
Slide 3 - Slide
individuele goederen (bijvoorbeeld kleding of netflix)
semicollectief goed (quasi-collectief goed). Bijvoorbeeld treinvervoer of de aanvraag van een paspoort.
een collectief goed. Bijvoorbeeld een dijk, de politie of een bankje in het park.
wordt geproduceerd door de markt.
Een goed door de overheid geproduceerd, het is uitsluitbaar en je kan er een prijskaartje aan hangen.
Door de overheid geproduceerd goed, het is niet uitsluitbaar en er hangt geen prijskaartje aan.
Slide 4 - Drag question
Door samenwerking kan een gevangenendilemma worden voorkomen.
A
juist
B
onjuist
Slide 5 - Quiz
Als twee supermarkten een contract afsluiten om de prijzen niet te verlagen, dan ….
A
kom je (nog) niet uit een gevangenendilemma
B
is dit een vorm van zelfbinding
C
zullen beide minder omzet behalen
D
is dit verboden
Slide 6 - Quiz
Vraag 7: Bakker Bart belooft aan Bakker Hendrik, door middel van een waterdicht contract, om zijn prijzen voor het komende jaar met 5% te verlagen. Als reactie hierop verlaagt Bakker Hendrik zijn prijzen met 10% voor het komende jaar. Als Bakker Bart zich niet aan deze belofte houdt en zijn prijzen nu gaat verlagen met 15%, en er dus een prijzenoorlog ontstaat, is er sprake van:
A
Zelfbinding
B
Het verbreken van zelfbinding
C
Een dominante strategie
D
Het ontbreken van een dominante strategie
Slide 7 - Quiz
Slide 8 - Slide
Paragraaf 6.3
wie heeft er profeit van?
Slide 9 - Slide
Leerdoelen
Je kunt het verschil uitleggen tussen eigen belang en collectief belang en dit koppelen aan de productie van de overheid.
Je kunt uitleggen hoe de collectieve sector georganiseerd is.
Je kunt uitleggen wat externe effecten zijn.
Je kunt voorbeelden van positieve en negatieve externe effecten.
Slide 10 - Slide
verschillende soorten belangen
individueel belang
voorop stellen van je eigen belang.
vaak niet de optimale uitkomst.
collectief belang
optimale uitkomst
komt tot stand door samen te werken en afspraken
Slide 11 - Slide
de publieke sector
de collectieve sector
de overheid
verantwoordelijk voor produceren collectieve goederen en diensten
particuliere sector
burgers en bedrijven
Slide 12 - Slide
in welke sector zitten de leraren?
A
de publieke sector
B
de collectieve sector
C
geen bepaalde sector
D
de particuliere sector
Slide 13 - Quiz
externe effecten
externe effecten
onbedoelde gevolgen van de productie
Slide 14 - Slide
negatieve externe effecten.
negatief extern effect
een onbedoeld gevolg van productie en deze valt negatief uit.
Slide 15 - Slide
positieve externe effecten.
postief extern effect
een onbedoeld gevolg van de productie en deze valt positief uit.
Slide 16 - Slide
wat kan de overheid doen tegen externe effecten?
subsidies
de overheid kan een geldbedrag geven voor het gebruik van producten, die milieuvervuiling tegengaan
verbod
ze kunnen een verbod instellen, zoals het rookverbod
Slide 17 - Slide
noem nu zelf een positief extern effect.
Slide 18 - Open question
noem nu zelf een negatief extern effect.
Slide 19 - Open question
Leerdoelen
Je kunt het verschil uitleggen tussen eigen belang en collectief belang en dit koppelen aan de productie van de overheid.
Je kunt uitleggen hoe de collectieve sector georganiseerd is.
Je kunt uitleggen wat externe effecten zijn.
Je kunt voorbeelden van positieve en negatieve externe effecten.
Slide 20 - Slide
huiswerk Havo: lezen paragraaf 6.3+ maken opdrachten 18 t/m 25.