voorlezen

TWIXX Voorlezen
1 / 21
next
Slide 1: Slide
Pedagogisch werkMBOStudiejaar 1

This lesson contains 21 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

TWIXX Voorlezen

Slide 1 - Slide

Voorlezen

Slide 2 - Mind map

Lesdoelen
Waarom is voorlezen belangrijk?
Wat is het verschil tussen actieve en passieve woordenschat?
Wat is jouw sterke punt en wat een verbeterpunt bij voorlezen?

Slide 3 - Slide

Wat zie je?

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Video

Warming up
Bespreek met een klasgenoot (kies voor iedere vraag iemand anders)
- hoe vond je het om vroeger voorgelezen te worden? Waarom?
- wat was vroeger je lievelingsboek?
- tot welke leeftijd werd jij voorgelezen?
- lees jij zelf ook wel eens voor? Vertel er over.
- waarom is lezen zo belangrijk?

Slide 6 - Slide

Waarom (voor)lezen goed is voor de ontwikkeling!

boek: Pedagogisch werk
thema 6.3
Thema 7.1 t/m 7.4

Slide 7 - Slide

Waarom is voorlezen zo belangrijk?
(bedenk zoveel mogelijk antwoorden)

Slide 8 - Open question

Vanaf baby
  • Je kunt al voorlezen aan baby's van een paar weken oud.
  • Goed voor de taalontwikkeling 
  • Bovendien is het goed voor de band moeder/vader/kind. (sociale-/emotionele ontwikkeling, later in de opleiding meer hier over) 

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Video

Bespreek met elkaar
Wat viel je op aan de ogen en bewegingen van baby David?

Slide 11 - Slide

Wist je dat...?
  • Als je iedere dag 10 minuten voorleest een kind in een jaar 1000 extra woorden leert?
  • Herhaling één van de belangrijkste ‘gereedschappen’ is bij de ontwikkeling van kleine kinderen
  • Kracht van herhaling…
  1. Leren
  2. Begrijpen
  3. Houvast/veiligheid/structuur

Wie herkent dit? Vertel er eens over.

Slide 12 - Slide

Taalontwikkeling
Taalgevoel: aangeboren​
Omgeving belangrijk: interactie!​
0-9 jaar: optimale leeftijdsfase voor taalverwerving

Slide 13 - Slide

Wat is passieve woordenschat?
timer
1:30

Slide 14 - Open question

Wat is actieve woordenschat?
timer
1:30

Slide 15 - Open question

Actieve en passieve woordenschat
Actief: kind zegt deze woorden zelf​
Passief: kind begrijpt deze woorden, maar spreekt ze nog niet uit​
Naarmate kind ouder wordt: actieve woordenschat wordt groter!​

Slide 16 - Slide

0-12 maanden
12-18 maanden
1,5-2,5 jaar
2,5-5 jaar
Voortalige fase
Vroegtalige fase 1
Vroegtalige fase 2
Eerste begrijpelijke woorden. Woorden hebben geen betekenis.​
“to” = auto​
Duidelijker relatie tussen woord en betekenis.​

Taalgebruik gaat steeds meer lijken op volwassenen taal.​

Differentiatie fase
Klanken hebben geen betekenis.​
Klanken a/e en n/m/f/d/b/​

Slide 17 - Drag question

Aan de slag met je groepje

Bedenk samen 4 tips waarvan jullie vinden dat ze belangrijk zijn wanneer iemand  voorleest. Schrijf ze op de 4 post its die je krijgt.
Hang je post its op het grote vel voor in de klas
Kies 1 prentenboek
Lees om de beurten 2 bladzijdes voor en geef het boek door. Geef tussendoor geen commentaar.
Is het boek uit, dan ben je klaar

Slide 18 - Slide

Wat maakt voorlezen aantrekkelijk?
De tips die jullie hebben opgeschreven gaan we verzamelen en bespreken​

Resultaat:​
We formuleren met elkaar 5 vuistregels die bij voorlezen het allerbelangrijkst zijn.

Schrijf deze allemaal op

Slide 19 - Slide

Feedback geven en ontvangen
Kies een ander prentenboek
Jullie gaan elkaar feedback geven

Persoon 1: Leest een aantal bladzijden voor 
De anderen schrijven 1 top en 1 tip (ontwikkelingspunt) op. (zonder te overleggen)
Na afloop vertellen zij wat ze hebben opgeschreven en overhandigen het briefje.
De voorlezer bedankt voor de tips en tops EN BEWAART de briefjes.  

Slide 20 - Slide

Evaluatie
Waarom is voorlezen belangrijk?
Wat is het verschil tussen actieve en passieve woordenschat?
Wat is jouw sterke punt en wat een verbeterpunt bij voorlezen?

Slide 21 - Slide