Thema: “Plannen en je dag beschrijven”

Thema: “Plannen en je dag beschrijven”
1 / 10
next
Slide 1: Slide
NederlandsMBOStudiejaar 2

This lesson contains 10 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Thema: “Plannen en je dag beschrijven”

Slide 1 - Slide

Twee voorbeeldzinnen:
Twee voorbeeldzinnen:
1. Ik ga naar school en daarna maak ik mijn huiswerk.
2. Morgen maak ik eerst mijn huiswerk en daarna ga ik naar school.

Slide 2 - Slide

Voor de docent
1.Wat valt op aan de volgorde van de woorden in deze zinnen?
2.Kun je uitleggen wat er gebeurt met het werkwoord als je de volgorde verandert?
  • In een gewone hoofdzin staat het werkwoord op de tweede plaats (Ik ga naar school).
  • Bij inversie komt het werkwoord direct na het eerste zinsdeel dat niet het onderwerp is (Morgen maak ik...).

Slide 3 - Slide

Grammatica: Zinsvolgorde en inversie oefenen (15 minuten)

Laat zien hoe de zinsvolgorde verandert bij:
1. Tijdsbepalingen (Vandaag..., Om 8 uur...).
2. Plaatsbepalingen (In de klas..., Op de markt...).
3. Andere zinsdelen (Met mijn vrienden...).

Slide 4 - Slide

Oefening
  1. Gisteren / ik / werken / tot laat.
  2. In de pauze / we / iets eten / meestal.
  3. Eerst / hij / koffie drinken / wil.

Slide 5 - Slide

Veelgemaakte spellingfouten 
  • Dt-fouten: aanbieden → Hij bied aan/hij biedt aan/hij biet aan
  • Verkleinwoorden: 
  1. Foto'tje/fotootje/
  2. filmpje/filmpju/filmtje
  • Meervoudsvormen: Hobby’s (leenwoord)/ ideeën (woordafbreking)
Oefening:
1.Gister ging ik naar een feestje.
2. Ik vindt de les interessant.
3. Zij heeft vele ideeen over het project.



Slide 6 - Slide

Oefening: Wat is fout en waarom? Schrijf het goede antwoord.

1.Gister ging ik naar een feestje.
2. Ik vindt de les interessant.
3. Zij heeft vele ideeen over het project.

Slide 7 - Slide

Schrijfopdracht: Mijn planning van morgen (20 minuten)
Opdracht:
Schrijf een korte tekst (50-70 woorden) waarin je je planning voor morgen beschrijft.
De tekst moet:
  •  Tijdsaanduidingen bevatten ('s ochtends, om 12 uur, daarna).
  • Minstens 2 zinnen met inversie hebben (Morgen ga ik...).
  • Correcte spelling bevatten.

Slide 8 - Slide

Voorbeeldtekst:

Morgenochtend sta ik om zeven uur op. Daarna ontbijt ik snel en om acht uur ga ik naar school. In de middag heb ik sporttraining en daarna maak ik huiswerk.

Slide 9 - Slide

Kijk elkaars tekst na
Aandachtspunten:
  1. Klopt de zinsvolgorde?
  2. Zijn er fouten in de spelling?

Slide 10 - Slide