Oefening: Wat is fout en waarom? Schrijf het goede antwoord.
1.Gister ging ik naar een feestje.
2. Ik vindt de les interessant.
3. Zij heeft vele ideeen over het project.
Slide 7 - Slide
Schrijfopdracht: Mijn planning van morgen (20 minuten)
Opdracht:
Schrijf een korte tekst (50-70 woorden) waarin je je planning voor morgen beschrijft.
De tekst moet:
Tijdsaanduidingen bevatten ('s ochtends, om 12 uur, daarna).
Minstens 2 zinnen met inversie hebben (Morgen ga ik...).
Correcte spelling bevatten.
Slide 8 - Slide
Voorbeeldtekst:
Morgenochtend sta ik om zeven uur op. Daarna ontbijt ik snel en om acht uur ga ik naar school. In de middag heb ik sporttraining en daarna maak ik huiswerk.