Spreekvaardigheid thema 'verkiezingen'

intro
1 / 11
next
Slide 1: Slide
inburgeringVoortgezet speciaal onderwijsLeerroute 1

This lesson contains 11 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

intro

Slide 1 - Slide

kort bespreken:  weerspreuken.

Wie heeft ze wel een gehoord?

maart roert zijn staart
april doet wat hij wil

lesplan 
1. instructie/ uitleg
2. oefenen in groepjes/ tweetallen
3. nabespreken (klassikaal) --> proces en product

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

verkiezingen

Slide 3 - Mind map

voorkennis activeren
1. instructie
Woorden 
partijen   -   kiezen   -   programma   -   lijsttrekker   -   mening   -
stembureau   -   stemmen   -   politiek   -   debat   -   uitslag   -
rood potlood   -   democratie   -   minister president   -      links/rechts   -   Tweede Kamer   -   zetels   -   peiling   -   partijen   


Slide 4 - Slide

Als we over het weer praten, gebruiken we bepaalde woorden.

Ken je deze woorden?
beoordelingscriteria spreken A2
1. Adequaatheid: Ik begrijp het antwoord. Er wordt een  antwoord geven op de gestelde vraag.
2. Woordenschat: De gebruikte woorden passen bij de gestelde vraag.
3. Grammatica: Er worden geen fouten gemaakt in de werkwoorden, meervouden en zinsopbouw.
4. Vloeiendheid: Het antwoord komt er vloeiend en makkelijk uit.
5. Samenhang: De voegwoorden, zoals 'maar, omdat, want, en, of' worden correct gebruikt. De verwijswoorden, zoals  'hij, zij, die dat' worden correct gebruikt.
6. Verstaanbaarheid: Het antwoord is verstaanbaar.

* Als punt 1 onvoldoende is, is de score 0!

Slide 5 - Slide

Dit zijn de beoordelingscriteria voor spreken.


instructie
Deze les geven we elkaar feedback  op:

1. Adequaatheid: Ik begrijp het antwoord. Er wordt een antwoord
    gegeven op de gestelde vraag.
 
3. Grammatica: Er worden geen fouten gemaakt in de
     werkwoorden, meervouden en zinsopbouw.

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

2. oefenen

- Wat zie je op de foto?
- In welke stad is de foto
  genomen?
- Hoeveel zetels/stoelen zijn 
  er?




Slide 7 - Slide

Bespreek de vragen klassikaal. Geef beurten en geef feedback zoals afgesproken.
2. oefenen
Verkiezingen
- Heb je de verkiezingen 
  gevolgd? Waarom wel/niet?
- Ken je partijen? 
- Weet je wie de lijsttrekkers
  zijn?

Slide 8 - Slide

Bespreek de vragen klassikaal. Geef beurten en geef feedback zoals afgesproken.
2. oefenen
Kijk naar deze foto. 
Wie zijn deze mannen?
Wat is er met hen aan de hand? Bedenk zelf een verhaal.





Slide 9 - Slide

De cursisten bedenken in tweetallen een verhaal bij de foto. Ze mogen de vragen gebruiken. 
Ze geven elkaar feedback volgens de afgesproken criteria.
Wat heb je geleerd?
1. Adequaatheid: Ik begrijp het antwoord. Er wordt een antwoord geven op de gestelde vraag.
2. Woordenschat: De gebruikte woorden passen bij de gestelde vraag.
3. Grammatica: Er worden geen fouten gemaakt in de werkwoorden, meervouden en zinsopbouw.
4. Vloeiendheid: Het antwoord komt er vloeiend en makkelijk uit.
5. Samenhang: De voegwoorden, zoals 'maar, omdat, want, en, of' worden correct gebruikt.
De verwijswoorden, zoals 'hij, zij, die dat' worden correct gebruikt.
6. Verstaanbaarheid: Het antwoord is verstaanbaar.



Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Hoe ging het?
Wat vond je van de les?
Wat ging goed? Wat kon beter?

Slide 11 - Open question

This item has no instructions