This lesson contains 19 slides, with interactive quizzes and text slides.
Items in this lesson
Vitale functies
Slide 1 - Slide
Leerdoelen
Je kunt op methodische wijze de vitale functies en lichaamstemperatuur van de zorgvrager bewaken.
Je kunt uitleggen op welke manieren je gegevens kunt verzamelen over de vitale functies.
Je kunt de gegevens op de juiste manier registreren.
Je kunt je observaties met de zorgvrager en naastbetrokkenen bespreken.
Je kunt factoren die iets zeggen over de gezondheidstoestand van de zorgvrager benoemen.
Je kunt uitleggen welke maatregelen je kunt nemen bij afwijkingen in de vitale functies.
Je kunt bij het bewaken van de vitale functies zorgvuldig omgaan met de eigenheid en de privacy van de zorgvrager
Slide 2 - Slide
Ademhaling
frequentie
diepte
geluid
geur
huidskleur
Slide 3 - Slide
Wat is een normale ademfrequentie bij een volwassene?
A
Tussen 12 en 20 keer per minuut
B
Tussen 20 en 30 keer per minuut
C
Tussen 30 en 50 keer per minuut
D
Tussen 9 en 14 keer per minuut
Slide 4 - Quiz
Wanneer de luchtwegen ergens vernauwd zijn, hoor je gepiep en gefluit. Dit verschijnsel heet stridor. Als je dit geluid hoort bij inademing zit de vernauwing...
Hoog in de luchtwegen
Laag in de luchtwegen
Slide 5 - Poll
Tel de ademhaling ongemerkt, zodat de zorgvrager niet anders gaat ademhalen.
Slide 6 - Slide
Pols
De frequentie van de pols: wat is het aantal slagen per minuut?
De regelmaat van de pols: is de pols regelmatig of niet?
De gelijkmatigheid van de pols: zijn de polsslagen gelijk gevuld?
De kracht van de pols: is de polsslag al of niet heftig?
Slide 7 - Slide
Wat is een normale polsfrequentie van een volwassene in rust?
A
80 tot 100 slagen per minuut
B
60 tot 100 slagen per minuut
C
100 tot 120 slagen per minuut
D
60 tot 80 slagen per minuut
Slide 8 - Quiz
Wat is het verschil tussen een tachycardie en een bradycardie?
Slide 9 - Open question
Waar kun je de hartslag voelen?
Slide 10 - Slide
Bloeddruk
Systolische druk (bovendruk) is de aanspanningsfase van het hart
Diastolische druk (onderdruk) is de ontspanningsfase van het hart
Slide 11 - Slide
Afwijkende bloeddrukwaarden
Hoge bloeddruk (hypertensie)
Als de bovendruk hoger is dan 140 mmHG
Als de onderdruk hoger is dan 90mmHG
Bij mensen ouder dan 80 jaar: Als de bovendruk hoger is dan 160 mmHG
Lage bloeddruk (hypotensie)
Als de bloeddruk lager is dan 110/70 mmHG
Uitdroging
Heftige allergische reactie
bloedverlies
hartinfarct of hartritmestoornis
letsel
te veel alcohol
medicatie
Slide 12 - Slide
Lichaamstemperatuur
Normale lichaamstemperatuur : 36,5-37,5 °C
Verhoging: 37,5-38°C
Koorts: >38°C
Hypothermie: <35°C
Slide 13 - Slide
Op welke plaatsen in het lichaam kun je de temperatuur meten? (noem er 4)
Slide 14 - Open question
Aanpassingen bij metingen:
Slide 15 - Slide
Bewustzijn
Herseninfarct
Hersenbloeding
Hersenschudding/hersenletsel
Zuurstoftekort
Overdosis
Hyper-/hypoglykemie
Koorts/hypothermie
Delier
Epilepsie
Slide 16 - Slide
Slide 17 - Slide
Opdracht
Behorend bij 10.7 Integratie uit het leerpad Vitale functies (Collectie: Zorg algemeen 3 VZ en VZ/MZ) thema: Persoonlijke zorg verdeeld.
Kies 2 casussen en werk deze zelfstandig uit. Bespreek ze na met een medestudent.