What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
Quizzzztime spelling van de werkwoorden
Quizzztime
Spelling van de werkwoorden
1 / 19
next
Slide 1:
Slide
Nederlands
MBO
Studiejaar 1
This lesson contains
19 slides
, with
interactive quizzes
and
text slides
.
Lesson duration is:
15 min
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Quizzztime
Spelling van de werkwoorden
Slide 1 - Slide
De jongen ... (worden t.t.) naar huis gebracht.
A
word
B
wordt
C
werd
D
werdt
Slide 2 - Quiz
Stotterend...(bekennen t.t.) Christiaan zijn fout.
A
bekent
B
bekend
Slide 3 - Quiz
Ik ...(besteden) gisteren geen aandacht aan school.
A
besteed
B
besteedt
C
besteedde
D
bestede
Slide 4 - Quiz
De fanatieke schaatster ging de Elfstedentocht...(lopen) voltooien.
A
lopend
B
lopent
Slide 5 - Quiz
...(branden t.t.) je zus haar vingers aan de kachel?
A
brand
B
brandt
C
branden
D
brandde
Slide 6 - Quiz
De ...(verkleden) acteurs liepen het podium op.
A
verklede
B
verkleedde
C
verkleedden
D
verkleede
Slide 7 - Quiz
De nieuwe student ....(vertellen t.t.) over zijn oude school.
A
verteld
B
vertelde
C
vertelt
D
verteldde
Slide 8 - Quiz
Door de goed ...(tennissen) wedstrijd, stond hij op de wereldranglijst.
A
getenniste
B
getennisde
C
tennisende
D
getennisente
Slide 9 - Quiz
Jouw zus ...(vinden t.t.) ik beter dan mijn broer.
A
vindt
B
vind
C
vond
D
vondt
Slide 10 - Quiz
Jouw zus ...(vinden t.t.) ik beter dan mijn broer.
A
vindt
B
vind
C
vond
D
vondt
Slide 11 - Quiz
1.2 Zinsdelen
persoonsvorm (pv)
gezegde (gez)
onderwerp (ow)
lijdend voorwerp (lv)
meewerkend voorwerp (mv)
bijwoordelijke bepaling (bijw.bep.)
Slide 12 - Slide
Hoe vind je de zinsdelen?
pv
is ww dat verandert als je de zin in een andere tijd zet
gez
bevat alle (delen van) werkwoorden
ow
geeft antwoord op de vraag: wie/wat + gez.?
lv
geeft antwoord op de vraag: wie/wat + gez. + ow?
*
mw
woord(groep) waar je aan (soms voor) kunt zetten én kunt weglaten
*
bijw.bep
geeft antwoord op vragen als: waar, wanneer, hoe, waarheen, waarvandaan, waardoor,, waarom
*
deze zinsdelen komen niet in elke zin voor!
Slide 13 - Slide
voorbeeld pv +gez. + ow
Efe en Wout
hebben
het verbeterplan zelf geschreven.
pv = hebben
Hebben geschreven = gez.
wie/wat + gez.
Efe en Wout = ow
Slide 14 - Slide
Nog een voorbeeld
Joost is het magazijn aan het opruimen.
is = pv
is aan het opruimen = gez.
Joost = ow
Slide 15 - Slide
....en nog één
De mentor nodigde alle studenten uit voor het warm welkom.
pv= nodigde uit
gez. = nodigde uit
ow = De mentor
Slide 16 - Slide
...de laatste
Abdul probeert het probleem grond aan te pakken
pv = probeert
gez. = probeert aan te pakken
Abdul = ow
Slide 17 - Slide
Waarom loopt die nieuwe laptop steeds vast?
zoek het gez. + ow
Slide 18 - Open question
Ga verder met hoofdstuk 1.2 zinsdelen
pagina 260
Slide 19 - Slide
More lessons like this
TV H1 1.2 en 1.3
July 2024
- Lesson with
25 slides
hv3e 11 febr 2022 ontleden les 5
February 2022
- Lesson with
14 slides
Nederlands
WO
Studiejaar 3
1.2 Zinsdelen NN
September 2023
- Lesson with
16 slides
Nederlands
MBO
Studiejaar 1
1.2 Zinsdelen NN herhaling
July 2023
- Lesson with
21 slides
Cursus 5 Grammatica Par. 11 ZD Bijw.Bep.
May 2024
- Lesson with
38 slides
Nederlands
Middelbare school
mavo, havo, vwo
Leerjaar 1
Quizzzztime spelling van de werkwoorden
September 2022
- Lesson with
10 slides
Nederlands
MBO
Studiejaar 1
Naamwoordelijk gezegde
April 2022
- Lesson with
40 slides
Nederlands
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 2
2km grammatica zinsdelen H4
May 2019
- Lesson with
17 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 1