210210_1M4_tegenstellingen

Tegenstellingen - 10 februari 2021
Log alvast in: 601578
1 / 15
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 1

This lesson contains 15 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 40 min

Items in this lesson

Tegenstellingen - 10 februari 2021
Log alvast in: 601578

Slide 1 - Slide

Afspraken voor de les

  • camera aan
  • microfoon uit
  • vraag? steek een hand op, microfoon aan als je de beurt krijgt
  • chat: alleen gebruiken voor vragen over de les
  • volg je de les op school? vragen en antwoorden in de chat 

Slide 2 - Slide

Wat gaan we vandaag doen?
  • Korte quiz
  • Uitleg
  • Check: een paar vragen
  • Samen: voorbeeldzin
  • Voor jezelf: opdrachten maken
  • Samen: nakijken opdracht (afsluiten)

Slide 3 - Slide


Wat is de figuurlijke betekenis van circus?

voorbeeldzin:
Oma zag erg op tegen het hele circus van Kerst en Oud en Nieuw.

A
Een tent met mensen erin die trucjes doen
B
Alle dieren bij elkaar
C
Gedoe dat aan een circus doet denken
D
Het feest dat we vieren in december

Slide 4 - Quiz


Wat is het synoniem van noteren in de zin:
Bij die opdracht moet je de uitkomst noteren en ook de berekening opschrijven.

Slide 5 - Open question

Voorbeelden
Lees de zin en let op de onderstreepte woorden. Van welk ander woord in de zin zijn dat voorbeelden?
In dat verhaal staan veel uitdrukkingen, zoals op de goede weg zijn, er is geen vuiltje aan de lucht en de appel valt niet ver van de boom.


uitdrukkingen
Antwoord in de chat.

Slide 6 - Slide

Waarom leer je dit?
- dit waren voorbeelden van: 

- waarom is dit handig?

- nieuwe strategie: tegenstelling zoeken
woordstrategieën
hulp bij het vinden van de betekenis van moeilijke of nieuwe woorden in een tekst; je kunt de tekst zo beter begrijpen

Slide 7 - Slide

Uitleg - Tegenstellingen /1
Een tegenstelling zoeken.
Je kunt de betekenis van een onbekend woord soms begrijpen doordat er in de tekst een tegenstelling van dat woord staat. 

Voorbeeld:
Toms ouders sliepen in een riante caravan, maar hij lag zelf in een klein tentje.

Slide 8 - Slide

Uitleg - Tegenstellingen /2
Zoek je een tegenstelling van een onbekend woord?
Let dan op signaalwoorden: maar, anderzijds, daarentegen, echter, evenwel, hoewel, aan de andere kant.

Voorbeeld:
Toms ouders sliepen in een riante caravan, maar hij lag zelf in een klein tentje.

Slide 9 - Slide

Een zin maken
Maak een zin met een tegenstelling. Gebruik een signaalwoord.

Voorbeeld: Vlinder gaat lopend naar school, maar Kingston gaat op de fiets.


Antwoord in de chat. Eerste 5... GO!

Slide 10 - Slide

Zelf aan het werk
Eerst een voorbeeldzin:

Carsten houdt van outdooractiviteiten, Liv is echter liever binnen bezig.

Slide 11 - Slide

Wat ga je doen?


Maak:
-startopdracht: schrijf de hele tekst op.
-opdracht 1: noteer per zin de twee tegengestelde woorden.

Pagina 102







Hulp:
Theorie op blz. 102.

Tijd: 10 minuten.

Vragen?
In de chat.

Klaar?
Begin aan opdracht 2.

Slide 12 - Slide

Startopdracht - samen nakijken
Hoi, ik ben een weekje met mijn ouders naar Ameland. Het is hier bloedheet, dus we liggen altijd op het strand. Er is ook een openluchtzwembad op de camping, maar dat is erg ondiep. O ja, het eten hier is erg lekker! We vermaken ons wel, dus misschien komen we een paar dagen later terug. Groetjes!

Slide 13 - Slide

Opdracht 1 - samen nakijken
1 Mirna houdt van outdooractiviteiten, Jos is echter liever binnen bezig.
2 Hardlopen is een goedkope sport. Paardrijden daarentegen is vrij prijzig.
3 Op school gaat de tijd meestal traag, maar de vakantie gaat juist snel voorbij.
4 Hoewel Huug op school heel ijverig is, is hij op school heel lui.

Slide 14 - Slide

Afsluiten
Wat hebben we vandaag geleerd?
Zoek je een tegenstelling om een onbekend woord te begrijpen, let dan op signaalwoorden.


Dank voor je aandacht en tot volgende week!


Slide 15 - Slide