Nederlands 1.8 spelling

Nederlands 1.8 spelling
Leerdoelen:
Pv tegenwoordige tijd
Hoe gebruik je de leestekens goed?
1 / 14
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 2

This lesson contains 14 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Nederlands 1.8 spelling
Leerdoelen:
Pv tegenwoordige tijd
Hoe gebruik je de leestekens goed?

Slide 1 - Slide

Waarom is het belangrijk om leestekens te gebruiken?

Slide 2 - Open question

Wat is de stam van 'vinden'
A
vind
B
vindt
C
vinden

Slide 3 - Quiz

Jij ............school vaak gezellig.
A
vind
B
vindt

Slide 4 - Quiz

Wat is de stam van 'bivakkeren'?
A
bivakkeren
B
bivakkeer
C
bivakkeerden

Slide 5 - Quiz

Hij..........graag tijdens de vakantie bij zijn tante.
A
bivakkeerd
B
bivakkeerdt
C
bivakkeert

Slide 6 - Quiz

Waarom is 'hij bivakkeert' het juiste antwoord?

Slide 7 - Open question

Wat is de stam van 'beloven'?
A
belov
B
beloven
C
beloof
D
belooft

Slide 8 - Quiz

Mijn moeder........dat zij een taart gaat bakken.
A
beloofd
B
belooft
C
beloofdt

Slide 9 - Quiz

Wat is de stam van 'besteden'?
A
bested
B
besteed
C
besteet
D
besteedt

Slide 10 - Quiz

Lezen
timer
15:00

Slide 11 - Slide

Zelf je toets verbeteren
- Met een andere kleur pen de antwoorden
verbeteren. Lees de tekst nog eens goed!
Klaar? 
- Bezig met je weektaak 
Klaar?
- Versterk jezelf, online 

Slide 12 - Slide

Instructies:
Lees de tekst aandachtig door.
Voeg de juiste hoofdletters toe aan het begin van elke zin en bij namen van personen.
Zet punten aan het einde van een zin en vraagtekens aan het einde van een vraag.
Gebruik aanhalingstekens om de gesprekken aan te geven.
Controleer of de tekst na jouw wijzigingen goed leest.



ik heb zo'n zin in de vakantie zei sophie wanneer gaan we eigenlijk vroeg zij ja ik heb er ook zin in zei anna maar ik weet niet precies wanneer we gaan ik hoop echt dat het snel is denk je dat we weer naar spanje gaan ik hoop het zei sophie vorig jaar was echt leuk weet je nog dat we elke dag naar het strand gingen en dat we elke avond gingen eten in dat leuke restaurant oh ja antwoordde anna en dan kregen we altijd ijs als toetje wat was dat lekker ik hoop dat we dit jaar ook iets leuks gaan doen

Slide 13 - Slide

Tekst met interpunctie:
"Ik heb zo'n zin in de vakantie," zei Sophie. "Wanneer gaan we eigenlijk?" vroeg zij.

"Ja, ik heb er ook zin in," zei Anna, "maar ik weet niet precies wanneer we gaan. Ik hoop echt dat het snel is. Denk je dat we weer naar Spanje gaan?"

"Ik hoop het," zei Sophie. "Vorig jaar was echt leuk. Weet je nog dat we elke dag naar het strand gingen en dat we elke avond gingen eten in dat leuke restaurant?"

"Oh ja," antwoordde Anna, "en dan kregen we altijd ijs als toetje. Wat was dat lekker! Ik hoop dat we dit jaar ook iets leuks gaan doen."

Slide 14 - Slide