V2a dinsdag 21 december 2021

Grieks
V2a 21 december 2021
1 / 11
next
Slide 1: Slide
GrieksMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

This lesson contains 11 slides, with interactive quiz and text slides.

time-iconLesson duration is: 40 min

Items in this lesson

Grieks
V2a 21 december 2021

Slide 1 - Slide

Vandaag
  • Activiteit geannuleerd
  • Overhoren woorden 1D
  • Aantekening naamvallen
  • Inhalen SO: wanneer we weer op school zijn.
  • Nakijken oef. 2
  • Lezen cultuur serie 1

Slide 2 - Slide

ἐνταυθα
αὐτου
αὐτον
οὑτω
τυχην
mond
hier
hem
haar
zo
lot
daar
naar

Slide 3 - Drag question

Aantekening naamvallen
nominativus ὁ, οἱ, ἡ, αἱ, το, τα
  • onderwerp: Alexandros zegt:
  • naamwoordelijk deel van het gezegde: Aspasia is blind.
genitivus του, της, των
  • na bepaalde voorzetsels: ἐκ + gen.
  • bij bepaalde werkwoorden (lijdend voorwerp): ἀκουω + gen.
  • bijvoegelijke bepaling/bezit: het geweld van de misdadiger
  • ...
  • ...

Slide 4 - Slide

Aantekening naamvallen
dativus τῳ, τοις, τῃ, ταις
  • na voorzetsels: ἐν + dat.
  • bij personen -> meewerkend voorwerp: A zei tegen A.
  • bij dingen -> bijwoordelijke bepaling: A opende met geweld.
  • ...
accusativus τον, τους, την, τας, το, τα
  • na voorzetsels: μετα + acc.
  • lijdend voorwerp: Alexandros ziet zijn zus.
  • ...
vocativus ὠ
  • aangesproken persoon: Aspasia, hoor je het lawaai?

Slide 5 - Slide

Aantekening bnw
Een bijvoeglijk naamwoord (bnw) zegt iets over een zelfstandig naamwoord (znw). Dat kan bijvoeglijk of als naamwoordelijk deel van het gezegde:
  • bijvoeglijk: de blinde Aspasia   ἡ τυφλη Ἀσπασια
  • naamwoordelijk: Aspasia is blind   Ἀσπασια τυφλη ἑστιν.
In het Grieks congrueert een bvn op: naamval, geslacht en getal

De blinde man: ὁ τυφλος ἀνθρωπος
De man ziet de blinde Aspasia: ὁ ἀνθρωπος την τυφλην Ἀσπασιαν.
A. zei tegen de slechte mannen: Ἀλεξανδρος τοις κακοις ἀνθρωποις ἐλεξεν.

Slide 6 - Slide

Nakijken oef. 2 blz. 54

Slide 7 - Slide

Huiswerk: leren naamvallen, maken tekst 2A r. 1-4

Slide 8 - Slide

Zelf verder...

Huiswerk:
Leren woorden 1D
Maken 
oef. 6 (vertalen)

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide