les 2A3 12 juni

Bonjour tout le monde ! 
1 / 30
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

This lesson contains 30 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Bonjour tout le monde ! 

Slide 1 - Slide

Planning d'aujourd'hui
- source C 
- les devoirs 

lesdoel: 'Aan het eind van de les kan je vertellen over je eigen toekomst, en over die van je klasgenoot!
Mijn laatste les!

Slide 2 - Slide

Le futur proche (nabije toekomst)
Wat is het? 

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

futur proche

Slide 5 - Slide

Klik de zinnen aan waarin de "futur proche'' gebruikt wordt.
A
J'ai mangé de la viande.
B
Nous allons faire du surf
C
Je vais acheter une tomate.
D
Je lis un livre.

Slide 6 - Quiz

Nu gaan jullie het zelf toepassen!
Vertaal de zin:
'Zij gaat eten.'

Slide 7 - Open question

Vertaal de volgende zin:
'Jullie gaan vertrekken.'

Slide 8 - Open question

Futur simple 
Wat is het? 

Slide 9 - Slide

Futur simple

  • Toekomst 
  • In het Nederlands met: zullen
'Ik zal geven'  --> je donnerai

Hele werkwoord + uitgang erachter geplakt

Slide 10 - Slide

Welke uitgangen zet je erachter?
Je mangerai
Tu donneras
Elle donnera
Nous mangerons
Vous mangerez
Ils/Elles donneront

Valt er iets op aan de uitgangen?

Ont

Slide 11 - Slide

Klik de zin aan waarin de "futur simple" gebruikt wordt!
A
Je vais boire du lait
B
Je partirai à Amsterdam
C
Je mange des légumes
D
Je veux bien avoir une pomme

Slide 12 - Quiz

Vertaal de volgende zin:
'jullie zullen eten.'

Slide 13 - Open question

Le futur simple & onregelmatige werkwoorden
Bladzijde 96 onderaan 
être --> je serai
avoir --> j'aurai
faire --> je ferai
aller --> j'irai
pouvoir --> je pourrai 

Slide 14 - Slide

Futur simple:
elle ..........(avoir)
A
elle avoira
B
elle aura
C
elle sera

Slide 15 - Quiz

Futur simple:
Nous ........ (aller)
A
Nous allerons
B
Nous aurons
C
nous irons
D
nous allons

Slide 16 - Quiz

Futur simple:
Ils .......... (faire)
A
Fairent
B
fairont
C
font
D
feront

Slide 17 - Quiz

Let op!
Bij de regelmatige werkwoorden op -re vervalt de e! 
Exemple: Ik zal nemen --> je prendrai 

Slide 18 - Slide

Quiz 
Le futur proche & le futur simple

Slide 19 - Slide

Sleep de uitgangen naar de juiste plek!
Ils manger.............

J'ir.............

Elle prendr................

Vous pourr.........................
ai
ont
ez
a

Slide 20 - Drag question

In welke tijd staat de volgende zin?
'Je vais prendre.'

A
futur proche
B
futur simple

Slide 21 - Quiz

in welke tijd staat deze zin?
'Je n'aurai pas besoin d'aide.'
A
Futur proche
B
Futur simple

Slide 22 - Quiz

Futur PROCHE
Vous ............. (être)
A
allez être
B
serez
C
allez serez
D
êtes

Slide 23 - Quiz

Futur simple:
Nous .................... (faire)
A
allez faire
B
fairons
C
ferons

Slide 24 - Quiz

Vertaal :
1. Jullie zullen nemen.
2. Hij zal zijn.

Slide 25 - Open question

Slide 26 - Slide

Quand je serai grand(e)............. 

Maak de zin op 3 manieren af, over 3 verschillende thema's.
Thema 1: objecten (ex.  j'aurai un chateau)
Thema 2: hobby's/werk (Quand je serai grand(e), je travaillerai dans un cirque)
Thema 3: eigen creatieve invulling 

Er is voor elk thema een padlet aangemaakt, waar je de zin in kan zetten. Zie de chat!

Zie blz. 178 tekstboek--> werkwoorden 

Slide 27 - Slide

Bespreking
Kan jij ook over de toekomst van een klasgenoot vertellen? 

Slide 28 - Slide

Slide 29 - Slide

Huiswerk
Apprendre voca ABE + source C
Faire exercices 13, 14b t/m f, 15

Lesdoel: 'Aan het eind van de les kan je vertellen over je toekomst' gehaald?

Slide 30 - Slide