This lesson contains 34 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 30 min
Items in this lesson
thema 2 - voortplanting
basisstof 1
ongeslachtelijke voortplanting
Slide 1 - Slide
leerdoelen
Na deze les:
ken je de gebeurtenissen tijdens de celcyclus en toepassen.
weet je dat door ongeslachtelijke voortplanting nakomelingen ontstaan die genetisch identiek zijn aan de ouder.
herken je ethische en biologische argumenten bij standpunten over klonen van organismen.
Slide 2 - Slide
begrippen - BS1
celdeling
moedercel
dochtercel
ongeslachtelijke voortplanting
weefselkweek
kloon -> klonen
mitose
spiraliseren
plasmagroei
celcyclus
DNA-replicatie/ DNA-synthese
S-fase
chromatiden
centromeer
M-fase
interfase
G2-fase / G1-fase / G0-fase
centrosoom
eentriolen
profase
prometafase
trekdraden
kernspoel
metafase
anafase
telefase
Slide 3 - Slide
celdeling
het proces waarbij er uit 1 moedercel 2 dezelfde dochtercellen ontstaan gebeurd in een organisme bij:
vervangen van cellen
groei
ongeslachtelijke
voortplanting
Slide 4 - Slide
celdeling
wat is er nodig om van 1 cel 2 cellen te maken?
Slide 5 - Slide
celdeling
wat is er nodig om van 1 cel 2 cellen te maken?
alle organellen in de cel (T1)
moeten 2x aanwezig zijn
Slide 6 - Slide
celdeling
in stappen:
mitose
celdeling
plasmagroei
celstrekking
Slide 7 - Slide
celdeling
fasen van de cel:
celcyclus
het proces om van 1 naar 2 cellen te gaan:
mitose
Slide 8 - Slide
celcyclus
interfase
G0-/G1-fase
S-fase
G2 fase
M-fase
mitose -> celdeling
Slide 9 - Slide
interfase
G-fase
cellen in rust
geen celdingen
G=gap
Slide 10 - Slide
interfase
G0-fase
tussen M en G1
G1-fase
periode tussen de M en S
G2-fase
periode tussen S en M
Slide 11 - Slide
interfase
S-fase
synthese
DNA-replicatie =
DNA-synthese
chromosomen worden
verdubbeld tot twee
chromatiden
Slide 12 - Slide
Chromosomen
Bij de verdubbeling van het DNA worden homologe chromosomen (een van vader een van moeder) verdubbeld.
Voor de replicatie bestaan de chromosomen uit één chromatide.
Na de replicatie bestaan de chromosomen uit twee zusterchromatiden.
Slide 13 - Slide
M-fase
m-fase
mitotische fase
kerndeling
ontstaan van de 2 cellen
Slide 14 - Slide
celdeling
binas 76A
Slide 15 - Slide
mitose
centriolen
Slide 16 - Slide
een organisme heeft 2n = 12 chromosomen, hoeveel chromosomenparen heeft dit organisme?
A
2
B
6
C
12
D
24
Slide 17 - Quiz
een cel heeft 2n=8 chromosomen, hoeveel chromosomen heeft deze cel in de G2 fase?
A
n=4
B
n=8
C
2n=8
D
2n=16
Slide 18 - Quiz
Welk nr. is het centrosoom en wat doet die?
A
nr 4: het zorgt voor spiraliseren van DNA
B
nr 13: het zorgt voor spiraliseren van DNA
C
nr 13: het zorgt voor uit elkaar trekken van chromosomen
D
nr 9: het zorgt voor uit elkaar trekken van chromosomen
Slide 19 - Quiz
In welke fase van de celcyclus wordt het DNA gekopieerd?
timer
0:15
A
Tijdens de G1-fase.
B
Tijdens de S-fase.
C
Tijdens de G2-fase.
D
Tijdens de M-fase (mitose).
Slide 20 - Quiz
Wat is een chromatide?
A
een chromosoom die gekopieerd is maar nog vast zit aan z'n kopie
B
dat is een chromosoom die buiten de kern zit
C
dat is DNA dat is gekopieerd
D
dat is een chromosoom die naar de polen in een cel worden getrokken
Slide 21 - Quiz
wat is de juiste volgorde?
A
mitose - celdeling - celstrekking - plasmagroei
B
celdeling - mitose - celstrekking - plasmagroei
C
mitose - celdeling - plasmagroei - celstrekking
D
celdeling - mitose - plasmagroei - celstrekking
Slide 22 - Quiz
Welke processen vinden plaats gedurende de M fase?
A
DNA replicatie, kerndeling, celdeling
B
DNA replicatie, celdeling, plasmagroei
C
kerndeling, celdeling
D
celdeling, plasmagroei
Slide 23 - Quiz
Hoeveel chromosomen zijn er zichtbaar? Hoeveel chromatiden zie je?
A
1 chromosoom, 1 chromatide
B
1 chromosoom, 2 chromatiek
C
2 chromosomen, 1 chromatide
D
2 chromosomen, 2 chromatiden
Slide 24 - Quiz
Fasen van de mitose zijn in willekeurige volgorde: metafase, profase, telofase en anafase. Bij welk(e) van deze fasen bestaan de chromosomen uit één chromatide?
A
Telofase
B
Profase
C
Anafase
D
Metafase
Slide 25 - Quiz
Wat zijn homologe chromosomen? (meerdere antwoorden mogelijk)
A
2 overeenkomstige chromosomen in een celkern
B
Een chromosomenpaar waarbij 1 van de moeder is en 1 van de vader
C
chromosomen die in het evenaarsvlak liggen
D
chromosomen die bestaan uit 1 DNA streng
Slide 26 - Quiz
Hoeveel chromosomen en hoeveel chromatiden bevat een menselijke cel na de S-fase?
A
23 chromosomen en 23 chromatiden
B
23 chromosomen en 46 chromatiden
C
46 chromosomen en 46 chromatiden
D
46 chromosomen en 92 chromatiden
Slide 27 - Quiz
Op welk moment in de celcyclus vindt plasmagroei plaats.
A
Voorafgaande aan de kerndeling
B
Na de kerndeling maar voor de celdeling
C
Na de celdeling
Slide 28 - Quiz
Wat is mitose ?
A
Celdeling voor nieuwe lichaamscellen
B
Mitose komt alleen voor bij dieren
C
Mitose is een verbrandingsproces
D
Celdeling voor geslachtscellen
Slide 29 - Quiz
Wat is GEEN functie van mitose?
A
Reparatie
B
Groei
C
Voortplanting
D
Celstrekking
Slide 30 - Quiz
Op welke afbeelding zijn chromatiden van een chromosoom in één cel weergegeven tijdens het eerste gedeelte van de mitose?