Schrijfvaardigheid 1

Hoofdletters, punten, komma’s, alinea’s.
Wat: Bekijk de tekst in tweetallen en markeer dingen die je opvallen. Schrijf hoofdletters, punten en komma’s op de juiste plek.
Hoe: In tweetallen. Ga in gesprek, wees kritisch.
Hulp: Vraag alleen elkaar, geen andere tweetallen.
Tijd: 10 minuten
Uitkomst: Gemarkeerde teksten en notities in je schrift
Klaar: Pak de originele versie van het bureau en kijk na. Welke had je goed gezien? Welke miste je nog?

1 / 10
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

This lesson contains 10 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Hoofdletters, punten, komma’s, alinea’s.
Wat: Bekijk de tekst in tweetallen en markeer dingen die je opvallen. Schrijf hoofdletters, punten en komma’s op de juiste plek.
Hoe: In tweetallen. Ga in gesprek, wees kritisch.
Hulp: Vraag alleen elkaar, geen andere tweetallen.
Tijd: 10 minuten
Uitkomst: Gemarkeerde teksten en notities in je schrift
Klaar: Pak de originele versie van het bureau en kijk na. Welke had je goed gezien? Welke miste je nog?

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Wat is een alinea?

Slide 3 - Mind map

Slide 4 - Slide

Wanneer gebruik je
een hoofdletter?

Slide 5 - Mind map

Hoofdletters gebruik je bij:
1. Het begin van de zin
2. Namen van personen
3. Organisaties, merken en producten (TikTok, Heinz, Coca Cola)
4. Historische gebeurtenissen en feestdagen (Pasen, Ramadan)
5. Aardrijkskundige begrippen (Nederland, Sneek, Voorstreek)
6. Religieuze begrippen (Bijbel, Koran)

Slide 6 - Slide

Wanneer gebruik je
een punt?

Slide 7 - Mind map

Een punt
zet je aan het einde van de zin.
Behalve bij een titel!

Slide 8 - Slide

Wanneer gebruik
je een komma?

Slide 9 - Mind map

Een komma...
... is als een korte adempauze. Je zet een komma bij:
1. Een briefaanhef (Beste juf,)
2. Tussen twee persoonsvormen (wie dit leest, is gek)
3. Een opsomming (pizza met tomaat, kaas en champignons)
4. Vóór of na aanspreken (Deze taart is heerlijk, oma)
5. Vóór signaalwoorden (Ik vertrek, omdat ik ziek ben)


Slide 10 - Slide