Herhaling leerjaar 1 + nieuw kort pretérito perfecto

¡Vamos a empezar!
1 / 45
next
Slide 1: Slide
SpaansMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 3

This lesson contains 45 slides, with interactive quizzes, text slides and 3 videos.

Items in this lesson

¡Vamos a empezar!

Slide 1 - Slide

Hoy
Vandaag:
  • Información importante
  • Repetimos - verbos regulares -ar, -er, -ir
  • Repetimos - verbos irregulares ser, estar
  • Repetimos - verbos irregulares tener
  • Repetimos - verbos irregulares ir a
  • Repetimos  - vocabulario Paso Adelante 1 (1-4)
  • NUEVO - voltooid tegenwoordige tijd

Slide 2 - Slide

repetimos: los verbos regulares

Slide 3 - Slide

Wat zijn de vervoegingen van het werkwoord 'wasapear'?
Volg de stappen!
1. stam van het werkwoord
2. uitgangen eraan plakken
3. hint: er zijn er 6!

Slide 4 - Mind map

yo
ella
nosotros
vosotras
ellos
como
comemos
coméis
comes
come
comen

Slide 5 - Drag question

de a van werwoorden op -ar
de e van werkwoorden op -er
de i van werkwoorden op -ir
komt ALTIJD terug in de vervoegingen van...
A
yo y tú
B
nosotros y vosotros
C
él y ellos
D
usted y ustedes

Slide 6 - Quiz

Bij welk type werkwoord horen deze uitgangen?
-o, -as, -a, -amos, áis, an
A
-ar
B
-er
C
-ir
D
onregelmatige ww

Slide 7 - Quiz

Wat zijn persoonlijke voornaamwoorden?
A
rojo, azul y amarillo
B
arriba, debajo, al lado
C
yo, usted, nosotros
D
bien, mal, terrible

Slide 8 - Quiz

persoonlijke voornaamwoorden worden in het Spaans
A
altijd met een hoofdletter geschreven.
B
meestal weggelaten: je ziet aan de uitgang al om wie het gaat.
C
bijna altijd dubbel genoemd.
D
meestal met een accent geschreven: yó, éllá, ústedes, vósótrós

Slide 9 - Quiz

¿Álvaro, (cantar) ... mucho?

Slide 10 - Open question

¿Álvaro, (cantar) ... mucho?
stappenplan:
  1. ¿Álvaro, (zingen)... veel?
  2. Het gaat om 'Álvaro'. Dit is een jongensnaam. Een logische invulling zou zijn: 'Álvaro, zing jij veel?
  3. 'Jij' is tweede persoon enkelvoud.
  4. 'Cantar' is een regelmatig werkwoord dat eindigt op -ar.

Slide 11 - Slide

ser en estar

Slide 12 - Slide

0

Slide 13 - Video

¿Dónde _____ (ser) tus amigos?
Hoy, nosotros______(estar) en clase 233.
Y tu madre, ¿cómo ________(ser)?
Yo _______ (estar) en la casa de mi abuela
Vosotros _____ (estar) en Barcelona.
María y Javier_____(ser) los padres de Alberto.
Nosotros ______(ser) hombres altos
Yo _______ (ser) Rubén, ¡Encantado! 
están
estamos
está
estoy
estáis
son
somos
soy

Slide 14 - Drag question

Sleep het antwoord naar de juiste plek!
3.  Vosotros...........españoles.
1. María.........una chica muy inteligente.
2. Yo y Carlos................amigos.
5. Tú...........muy guapo.
4. María y Marta.................alumnas.
6. Yo.....profesor de español.
soy
eres
son
sois
somos
es

Slide 15 - Drag question


De vrouw is lang.
A
permanent: ser
B
tijdelijk: estar

Slide 16 - Quiz


De vrouw is bang.
A
permanent: ser
B
tijdelijk: estar

Slide 17 - Quiz

0

Slide 18 - Video

Sleep de persoonlijke voornaamwoorden naar de juiste plek!
Ustedes
Yo
ellos - ellas
nosotros
él
usted
ella
vosotros
wij
ik
zij-enkelvoud
hij
u- enkelvoud
jij
jullie
zij-meervoud
u-meervoud

Slide 19 - Drag question

Tener:hebben
Tener: hebben
yo
él, ella, usted
 nosotros
vosotros
ellos, ustedes
Tengo
tienes
tiene
tenemos
Tenéis
tienen

Slide 20 - Drag question

0

Slide 21 - Video

Wat is een goede zin?
A
Vamos a escribir una carta.
B
Vamos escribir una carta.
C
Vamos una carta a escribir.
D
Vamos una carta escribir.

Slide 22 - Quiz

In welke zin wordt de toekomende tijd gebruikt?
A
Wij zitten in de klas.
B
Wij hadden een toets.
C
Wij gaan zwemmen.
D
Wij wandelen graag.

Slide 23 - Quiz

Mi perro y yo ____________ (ir) a la playa.
A
voy
B
vas
C
ir
D
vamos

Slide 24 - Quiz

Ga naar: www.bookwidgets.com/play
Code: XCPGLXY

Slide 25 - Slide

presente perfecto

Slide 26 - Slide

Presente Perfecto

Slide 27 - Slide

Het hulpwerkwoord voor "presente perfecto is...
A
hace
B
hacer
C
hader
D
haber

Slide 28 - Quiz

Het hulpwerkwoord voor "Presente perfecto" heeft twee betekenis
A
heb / ben
B
doen / deed
C
hebben / zijn
D
haber

Slide 29 - Quiz

las formas de 'HABER'

Slide 30 - Slide

un momento para aprender: haber
(yo) he
(tú) has
(él, ella, usted) ha

(nosotros, -as) hemos
(vosotros, -as) habéis
(ellos, ellas, ustedes) han

Slide 31 - Slide

Perfecto:
Welke van de vervoegingen van "haber" klopt NIET?
A
han
B
hamos
C
habéis
D
he

Slide 32 - Quiz

De juiste vormen van "haber" van: tú, él y ellos is:
A
has, ha, han
B
he, has, hemos
C
has, ha, habéis
D
has, he, ha

Slide 33 - Quiz

Perfecto
Yo
Él/ella/usted
Nosotros
Vosotros
Ellos/Ellas/Ustedes
He
Has
Ha
Hemos
Habéis
Han
Haber
participio:

stam van ww 
-ado/ -ido
+

Slide 34 - Slide

HABER + VOLTOOID DEELWOORD

Slide 35 - Slide

-ar
-er
-ir
haber
yo = he
tú = has
él..= ha
nosotros = hemos
nosotros = habéis
ellos.. = han
hablado
escuchado
comido
leído
ido (gegaan)
salido

Slide 36 - Drag question

Let op: de woordvolgorde van Spaanse zinnen

                        haber + voltooid deelwoord + rest van de zin
Voorbeeld: he comido tapas = ik heb tapas gegeten

En met een ontkenning in de zin: zet 'no' voor het hulpwerkwoord 'haber'

Voorbeeld: no he comido tapas = ik heb geen tapas gegeten 
De woordvolgorde van Spaanse zinnen 
in de presente perfecto

haber + voltooid deelwoord + rest van de zin
Voorbeeld: he comido tapas = ik heb tapas gegeten

En met een ontkenning in de zin: 
'no' voor het hulpwerkwoord 'haber'
Voorbeeld: no he comido tapas = ik heb geen tapas gegeten 

Slide 37 - Slide

In welke zin is de woordvolgorde ONJUIST?
A
No he comprado agua.
B
¿Has vendido tú bicicleta?
C
Hemos tenido 6 semanas de vacaciones.
D
He no comido pizza.

Slide 38 - Quiz

Wat heb jij afgelopen weekend gedaan?
Schrijf 1 zin in het Spaans.

Slide 39 - Mind map

regelmatige werkwoorden in de tegenwoordige tijd
kan ik (bijna) allemaal uit mijn hoofd vervoegen
😒🙁😐🙂😃

Slide 40 - Poll

ser, estar, tener, ir a (in de tegenwoordige tijd)
kan ik (bijna) allemaal uit mijn hoofd vervoegen
😒🙁😐🙂😃

Slide 41 - Poll

Ik kan zelf een participio (voltooid deelwoord) vormen
😒🙁😐🙂😃

Slide 42 - Poll

Zoveel vormen van het hulpwerkwoord 'haber' zou ik nu al kunnen opnoemen:
06

Slide 43 - Poll

Deze onderwerpen van vorig jaar zou ik de komende lessen graag even herhalen:

Slide 44 - Poll

¡Muchas gracias por la atención!
¡¡Muchas gracias por la atención!!

Slide 45 - Slide